Manja Kamman

Koopverslaving

Sanne winkelt wijzer

Koopverslaving – Sanne (42) kocht kleding, tassen of schoenen om zichzelf te belonen of te troosten en om aan de wereld te laten zien dat het goed met haar ging. “Het is heel vermoeiend om steeds iets te willen.”

Ik had altijd het idee dat ik iets moest doen om een goed gevoel te krijgen, of dat ik iets goeds moest doen om goedgekeurd te worden. Op school wilde ik hoge cijfers halen om te horen dat ik slim was. Ik ben naar de universiteit gegaan en vond dat heus wel leuk, maar het was ook om mezelf te bewijzen. Daarmee wilde ik zeggen: Kijk ik ben zo slim, ik kan naar de universiteit! Maar wat ik ook deed, nooit had ik het gevoel dat het goed genoeg was. Dat voelde heel erg onrustig. Ik was een soort stortkoker. Alles wat ik deed, viel er gewoon doorheen, het was weg.


Er waren ook andere dingen die ik deed om een goed gevoel te krijgen, zoals eten. Eten was een soort controlemiddel. Ik gebruikte het ook om te laten zien dat ik mezelf onder controle had: Kijk hoe slank ik ben! Ik eet niet te veel, ik kan mezelf beheersen. Maar een groter probleem dan eten was shoppen. Als ik iets te vieren had, wilde ik iets leuks kopen voor mezelf. En soms kocht ik ook iets als ik een rotdag had. Ik kocht als beloning, maar ook als troost.


Hoe was shoppen een probleem voor je?

Ik gaf geld uit wat ik niet altijd had. Aan het begin van de maand, als mijn salaris werd gestort, werd ik heel blij en dan sloeg ik mijn slag. Ik heb altijd een enorme focus gehad op schoenen, tassen en kleding. Vooral kleding. Als ik iets op het oog had, kon ik echt bezeten worden en denken: Hoe heb ik het ooit zonder dit kunnen doen? Ik dacht nog wel even na hoe ik mijn vaste lasten kon betalen, en als ik die er dan in gedachten vanaf had getrokken, was het hele bedrag dat overbleef vrij besteedbaar.

Ik kocht niet alleen dingen die ik nodig had en waar ik langer gebruik van maakte, maar ook dingen die echt veel te duur waren of die ik niet aantrok omdat ik bang was dat ze stuk zouden gaan of vies zouden worden. Dat waren mijn ‘pronkdingen’. Daar kreeg ik een nare smaak van, achteraf. Dat ik dan zo aan mijn koopdrang had toegegeven. Maar toch bleef ik kopen voor het geluksgevoel.

“Achteraf had ik een nare smaak, dat ik zo aan mijn koopdrang had toegegeven.”

Wat haalde je nog meer uit het winkelen?

Shoppen verzachtte ook wel een leegte of een gevoel van pijn, want dit was in de tijd dat ik therapie had om dingen uit het verleden te verwerken. Op het moment van zo’n aankoop voelde ik me heel blij. Eigenlijk werd ik nog het meest blij van de gedachte dat ik iets kon gaan kopen wat ik wilde. Dat ik het mocht kopen van mezelf, dat ik er leuk uit zou zien, dat ik het kon hebben. Als ik thuiskwam en ik pakte het uit, dan was het fijne gevoel er nog even, maar daarna was het al snel weg. Dan kwam het gevoel van narigheid, ellende en leegheid, en dat ik dacht: Waarom had ik dat nou nodig?

Toen mijn koopgedrag op het hoogtepunt was, ging het eigenlijk helemaal niet goed met mij. Ook shoppen was een manier om te laten zien: Kijk, ik heb allemaal fijne dingen! Het gaat goed met mij! Ik ben vrolijk en opgewekt! Het was een manier om gevoelens van verdriet of boosheid te kanaliseren, om ermee om te gaan.


Waar had je het meeste last van?

Een tijdje heb ik financiële problemen gehad. Maar het ergste was het gevoel van leegte, de enorme teleurstelling achteraf. Ook de drang om te kopen was heel onrustig. Het is heel vermoeiend om steeds iets te willen. Ik was er de hele tijd mee bezig. Als de uitverkoop er was, was er geen denken aan dat ik daar niet naartoe zou gaan. En als ik iets wilde en het was er niet in mijn maat, dan moest ik alle winkels bellen om na te gaan of ze het niet hadden. Er ging heel veel tijd in zitten. En heel veel geld.

Ik heb nog steeds die neiging vanbinnen; ik kan de drang echt voelen. Het kan best moeilijk zijn om discipline op te brengen, want soms is de urge echt hoog. Ik ben er erg gevoelig voor als dingen worden aangeprezen, of als je leest dat er nog maar een paar items beschikbaar zijn. Wanneer iets als ‘nieuw’ wordt aangeprezen in de supermarkt, heeft dat een enorme aantrekkingskracht op mij. Het hoeft maar een nieuw wasmiddel te zijn. Mijn man komt ook wel eens met iets thuis en dan zegt hij: Dit was nieuw, dus ik dacht dat je het vast wel wilde hebben. Mooie verpakkingen werken ook. Ik hou van mooie dingen. Marketing doet z’n werk bij mij.


Hoe ga je nu om met die koopdrang?

Mijn tactiek is uitstellen. Op het moment zelf vraagt het heel veel discipline, maar inmiddels weet ik wel dat als ik even wacht, naar boven komt of ik het echt nodig heb of niet.

Een vriendin van mij shopt op internet en als ze die drang heeft, gooit ze haar online winkelmandje vol. Om al die items onder elkaar te zien staan, alleen daar wordt ze al blij van. Aan het einde van de dag gooit ze dan haar hele mandje weer leeg. Dat kan dus al voldoende zijn. Die eerste euforie, dat je iets wilt en dat je het kan kopen, dat het mag, dat is meestal al voldoende bevrediging. In dit beginstadium kan ik me nu meestal wel beheersen. Nu weet ik dat het goed is om het even te laten rusten, niet gelijk tot aanschaf over te gaan. En dan lukt het me wel om te bedenken dat iets eigenlijk heel duur is, of dat ik al zes soortgelijke items heb.

“Die eerste euforie, dat je iets wilt en dat je het kan kopen, dat is meestal al voldoende bevrediging.”

Gaat het nu altijd goed?

Nee, soms lukt het ook niet. Soms praat ik mezelf nog steeds iets aan, door mezelf ervan te overtuigen dat ik het écht goed kan gebruiken of dat ik het écht heel erg nodig heb. Laatst was ik in Gent en toen zag ik een hele mooie tas. Maar dan ook écht een hele mooie uit de jaren twintig. Het was gewoon een juweel. Alleen, ik heb een tas nodig waar mijn werkpapieren in passen. In deze tas paste geen A4-formaat. Maar oh, hij was zo mooi dat ik mezelf ging overtuigen dat het toch een handige werktas kon worden. Ik zou mijn werkwijze aanpassen aan die tas. Gewoon een A5-notitieblok kopen en mijn tas anders gaan inrichten. Ik zag mezelf al helemaal voor me met die tas. Ik kon me bijna niet meer voorstellen dat ik hem niet had.

Uiteindelijk had ik besloten dat ik de tas mocht van mezelf. Ik ging terug naar de winkel en toen was hij weg. Ik heb nog overwogen om na te bellen of de koper hem niet toevallig had teruggebracht, maar ik heb dat toch niet meer gedaan. Op een gegeven moment was de druk eraf. En eigenlijk was ik ook wel opgelucht omdat ik het geld goed kan gebruiken voor andere dingen die al langer in mijn shoppingmandje zitten. Maar goed, ik had mezelf dus al helemaal in het verhaal gegoocheld, omdat ik die tas zo ontzettend mooi vond. Ik had letterlijk en figuurlijk alles zo in die tas gefrummeld, dat ik hem kon verantwoorden voor mezelf.


Hoe kijk je nu naar jezelf en je koopgedrag?

Jeetje, als ik mezelf zo beluister, dan kan ik er bijna om lachen. Als ik naar mezelf kijk, zie ik het haarscherp. Ik zie iemand die soms even niet weet wat ze moet en wat ze wil en die voor dat onbestemde gevoel een soort oplossing of vulling gaat zoeken. Iemand die dan heel blij wordt van een mooie etalage of een paspop met een mooie jurk, en dan die winkel binnenloopt en gaat rondkijken. Iemand die dan al die mooie dingen ziet en aanraakt en denkt: Oh ik kan dit gewoon kopen! Die geniet van de interactie met de verkoopsters…

Dat geeft mij een soort roes. Dan zit ik echt in de high van het moment. En dan wil ik eigenlijk mijn pinpas pakken, maar dan zeg ik tegen mezelf: Nee, niet nu, wachten! Het is echt een soort trance. Ik kom er alleen maar uit door de herkenning van het patroon.

Ik geef mezelf dan nu een soort waarschuwing. Of ik zeg tegen mezelf: Oké, je bent nu heel vrolijk en blij, geniet er maar van. Koop maar leuk plantje of zo. Of koop die mok van vijf euro. Ik blijf dan wel die high voelen, maar het lukt me om het gedrag in te dammen. Dus als ik toch heel graag dat gevoel wil bezegelen, koppel ik er nu een maximum aan qua geld. En het lukt me ook om te denken aan het nare gevoel dat ik zou hebben als ik het wel zou kopen, wat nog veel vreselijker is.


Ervaar je het zelf als een verslaving?

Nou, ik weet niet hoe het voelt om verslaafd te zijn aan middelen, dus ik kan het niet vergelijken. Maar als verslaving te maken heeft met drang, dat je iets moet doen omdat je anders niet blij bent, of dat je niet zonder kunt en dingen doet die slecht voor je zijn… Ja, dan kun je het wel als een verslaving zien.

En misschien ook omdat het altijd een gevoeligheid zal blijven, want eigenlijk heb ik het nog steeds. Maar omdat ik in therapie en coaching ook andere dingen heb aangepakt, kan ik er nu met meer afstand naar kijken en er anders mee omgaan. Alles wat ik heb geleerd of gerealiseerd heeft me geholpen met mijn verslaving om te gaan: omgaan met mijn gevoelens, werken aan mijn eigenwaarde, weten dat ik goed genoeg ben, dat het leuk is om dingen te doen die passen bij je waarden en je levensvisie, mild zijn voor mezelf… Maar het is niet helemaal weg. Kopen blijft iets aantrekkelijks houden.


Wat is het belangrijkste dat je hebt geleerd, wat je helpt om met je koopverslaving om te gaan?

Dat heeft ermee te maken dat ik nu weet dat ik goed ben zoals ik ben. Dat besef zorgt ervoor dat de put niet meer bodemloos is. Ik ben gewoon goed, dat is de basis. Soms doe ik iets goed en soms doe ik iets verkeerd, maar ik ben hoe dan ook gewoon oké. Ontkoppelen van wie je bent en wat je doet, die twee uit elkaar halen, is het grootste geschenk geweest. Ja, sommige dingen heb ik heel stom aangepakt, maar dat maakt mij nog niet heel stom. Dat beseffen was echt een enorme opluchting. Soms voel ik me niet goed, maar dan weet ik dat ik in de basis goed ben en dus dat het gevoel dat daarbij hoort, ook weer terugkomt. Dat hele zwarte gat, die leegte, die is er niet meer.

“Het besef dat ik goed ben zoals ik ben, zorgt ervoor dat de put niet meer bodemloos is.”

Ik koop nu echt niet meer omdat ik denk dat ik niet goed ben. Het is nu meer een gevoeligheid en de restanten van een gewoonte, zou ik zeggen. Een gewoonte om mezelf te trakteren en om mezelf blij te voelen. Ik hou gewoon van kopen in het algemeen. Ik heb het niet alleen bij dingen, maar ook bij workshops bijvoorbeeld, die ik volg voor mijn opleiding. Dat is echt wat ik wil en ik vind het heel leuk om te doen, maar ook daar kan ik in doorslaan. Ik moet altijd meer, meer en meer. Misschien zit daar nog onzekerheid, een gevoel dat ik het niet kan. Daarnaast bescherm ik mezelf nu ook gewoon: ik kan niet eens meer rood staan op mijn rekening en ik heb geen creditcard. En die wil ik ook niet.


Hoe komt het, denk je, dat jij die gevoeligheid voor kopen hebt ontwikkeld?

Als ik terugkijk, dan zie ik dat mijn moeder het ook niet kon handelen als er verdriet was. Teleurstellingen mochten er niet zijn. Er moest direct weer iets leuks komen. Dus als ik verdrietig was, dan was het gelijk van: Okay, we gaan nu naar de winkel, een cadeautje kopen. Ik ben ervan overtuigd: als je een kind een snoepje geeft als het pijn heeft, dan gaat het later naar de koelkast. Wij gingen altijd meteen naar de winkel. Het zat er dus al vroeg in.

Nu ik zelf kinderen heb, weet ik dat een kind gerust verdriet mag hebben of gefrustreerd mag zijn. Dat kun je als ouder het beste gewoon erkennen. Je hoeft er niet helemaal in mee te gaan, maar je kunt er wel bij blijven. Mijn zoontje was gisteren enorm teleurgesteld omdat hij zijn autootje kwijt was. Ik zei tegen hem: Ja, ik kan echt zien dat je het heel jammer vindt. En toen was de angel eruit, klaar.

Ik zie soms hoe ouders hun kinderen willen weghouden van verdriet en teleurstellingen. Dat vind ik angstaanjagend. Nu zijn het kleine teleurstellingen, maar dit zijn wel de momenten waarop kinderen kunnen leren om later met grotere teleurstellingen om te gaan. Ik denk dat naar gelang van wat ouders als beloning koppelen aan die teleurstellingen, kinderen daar gevoelig voor worden. En dan krijg je onwenselijke strategieën. Zo is het wel bij mij gegaan.


Wat zou je anderen adviseren, die moeite hebben met hun koopgedrag?

Heel praktisch: blokkeer je creditcard en zorg ervoor dat je niet meer rood kunt staan. En probeer de momenten van koopdrang bij jezelf te signaleren en tijd in te bouwen voordat je tot kopen overgaat. Als je voelt dat je echt iets moet kopen, ga dan niet naar die winkel. Kwel jezelf niet. Als ik me op een bepaalde manier voel, dan weet ik gewoon dat ik niet de stad in moet gaan. Bij sommige stemmingen, zoals een rotgevoel of juist een feestelijke stemming, ga ik niet naar de winkel.

Je moet echt leren voelen wanneer je iets nodig hebt. Ik vraag me altijd af: Heb ik dit echt nodig? En wat gebeurt er als ik het niet heb? En als je het kopen niet kunt onderdrukken, spreek dan met jezelf af wat je wel mag. Verbind er een maximum geldbedrag aan en koop dan misschien een bakje viooltjes of een mooi boeketje bloemen. Of nou ja… Wat ik dan nu weer doe, is in de mooiste bloemenwinkel alsnog 40 euro voor bloemen uitgeven, haha. Doe dat dus niet. Ga naar de markt. Probeer het om te zetten naar iets behapbaars. Soms kost het mij ook moeite, maar dan zeg ik tegen mezelf: Oké, dan doe ik nu iets wat ik moeilijk vind. Geen probleem, leer ik van.

* Sanne is een pseudoniem

 

Ben jij je bewust van jouw koopgedrag? Vul deze vragenlijst in, onderdeel van een master thesis aan de Radboud Universiteit (link actief tot 12 mei 2019)

Nog een verhaal van een cliënt? Lees ook Sophie laat los

Deel dit blog op sociale media:

Facebook
Twitter
LinkedIn
Blijf op de hoogte

Voer je e-mailadres in om je in te schrijven op dit blog en e-mailmeldingen te ontvangen van nieuwe berichten.

Nieuwste blogs

praten over eetstoornis

In gesprek met mijn eetstoornis

Waarom voel ik me zo ongemakkelijk als gesprekken over eetstoornissen zich concentreren op extreem eetgedrag, gewicht of lichaamsbeeld? Om hier achter te komen, vroeg ik

Symbiosetrauma

Symbiosetrauma: liefde met littekens

Vandaag precies 75 jaar geleden leidde een tragisch ongeluk tot een complexe traumareeks die ten minste drie generaties heeft beïnvloed. Dit is het verhaal van