Berichten met een Label ‘Kwetsbaarheid’

Ervaringsdeskundigheid

Delen in kwetsbaarheid

Zorgverleners vragen cliënten om open te zijn over hun kwetsbaarheden. Ik vind dat zorgverleners het goede voorbeeld moeten geven. Open zijn over feilbaarheden, delen over pijnlijke ervaringen en gevoelens, toegeven dat wij het allemaal ook niet weten. Dat is ongemakkelijk, eng en kwetsbaar. Maar die kwetsbaarheid levert ook veel op. Oprechte verbondenheid. Authenticiteit. En de vrijheid om te zijn wie we zijn.


Eind april was het eindelijk zover! Na een draagtijd van 22 maanden, voorafgegaan door vele pogingen tot conceptie, kwam mijn liefdeskind ter wereld. Ik weet dat je er bent is mijn boek voor begeleiders van mensen met een verslaving of eetprobleem. Als een echte olifantenbaby is ze dik: maar liefst 448 pagina’s.

Liefde als heelmeester

Liefde heelt psychische wonden. Liefde kan ook kwetsbaar voelen. Of bedekt zijn met schaamte. Over liefde in therapie en liefde in herstel. En een hartenwens voor diepgaande veranderingen in de geestelijke gezondheidszorg.


In de uitzending GGZ onder Druk zegt psychiater Jim van Os dat wat echt werkt in de psychiatrie en de psychologie, liefde is. Liefde en menselijkheid. We moeten af van het hele idee van ‘medische evidence’ bij psychisch lijden, voegt hij eraan toe.

Ik denk dat veel zorgverleners dit diep vanbinnen weten. Maar vanuit de systemen die ons vormen – niet alleen de zorgsector, maar maatschappelijke systemen in brede zin – krijgen we iets heel anders mee.


Liefde vs. ratio

Vanuit onze opvoeding, opleiding, het professionele leven en vele andere wegen krijgen we vooral mee dat de ratio heerst. Dat je dient te beschouwen, onderzoeken, analyseren en beargumenteren of bewijzen waarom je iets vindt, zegt of doet. Niet alleen het contact met onze innerlijke wijsheid raken we zo kwijt, ook de verbinding met ons gevoel, en ons mens-zijn. Dit leidt nu tot grote problemen in de (geestelijke) gezondheidszorg, die zwaar onder druk staat, en in de samenleving. Om deze reden is het pleidooi van Jim van Os zeer relevant en waardevol.

Voor mij, als therapeut, is het ook een erkenning van mijn aanpak. Alsof ik toch niet helemáál gek ben, niet alleen maar ‘zweverig’. Het voelt alsof ik toestemming krijg om vanuit liefde en gevoel te werken met mijn cliënten. Want ik werk altijd vanuit mijn hart. Alleen schrijf of spreek ik er niet over. Omdat ik bang ben niet serieus genomen te worden als therapeut. Omdat liefde zo kwetsbaar voelt. Omdat ik me ervoor schaam.

Ik denk niet dat ik de enige zorgverlener ben die het zo ervaart. Een collega zei eens in een intervisiegroep dat ze van al haar cliënten houdt. Opgetrokken wenkbrauwen en bezorgde opmerkingen alom. Of ze wel professionele afstand hield, niet te veel ging zorgen voor een ander, en welke methoden ze dan inzette? Ook cliënten kunnen kritisch zijn als ik voorstel om ergens met liefde naar te kijken: ‘Er is echt wel wat meer nodig dan liefde’, en: ‘Je kunt niet alles met de mantel der liefde bedekken.’ (Meenemer: ergens liefdevol naar kijken houdt niet in dat je het ontkent of goedkeurt.)


Emoties in de verdrukking

Vroeger, bij mij thuis, waren liefde en andere emoties geen onderwerp van gesprek. Emoties wáren er wel, maar ze moesten worden beheerst. Dat gold voor niet-prettige gevoelens (boosheid, angst, verdriet), maar ook voor plezierige. Blijdschap was onder bepaalde omstandigheden oké, maar uitbundigheid of genot niet. Begeerte ook niet, en ontroering of geraaktheid – emoties die allemaal met liefde te maken hebben – evenmin. Deze gevoelens raakten vermengd met oordelen en schaamte.

Geknuffeld werd er niet, laat staan dat er werd gezegd: ik houd van je. Ik ben niet liefdeloos opgevoed. Maar de liefde die er was, was lastig. Ze was aangetast door angst, verdriet en boosheid. En onvoorwaardelijk was ze nooit.


Liefde in een korset

Als kind leerde ik dat liefde iets is dat je kunt verdienen door zelf ‘lief’ te zijn. Lief zijn betekende gehoorzamen. Doen wat je ouders je zeggen. Goed je best doen op school. Meedoen met de anderen. Niet anders zijn of afwijken. Rustig en stil zijn. Geen uiting geven aan je gevoelens. Netjes eten, netjes praten. Liefde zat ingeklemd in een korset van verwachtingen. Rechtop, buik in, kin omhoog en (ingesnoerde) borst vooruit.

De prijs die ik moest betalen voor de ‘liefde’ die mij soms ten deel viel, was te groot. Dus gaf ik de liefde op. Blijkbaar was ik geen liefde waard. Of alleen een vorm van liefde die pijn deed. Ik stopte met geloven in liefde. Ik had er geen benul van dat de wetten die ik van huis uit had meegekregen, weinig met liefde te maken hadden.

Wat ik schrijf over mijzelf zie ik terug bij veel van mijn cliënten. Net als ik, vonden zij een surrogaatliefde in drank, drugs, eten of andere redmiddelen. En net als ik geloofden zij dat die illusie van liefde voor hen goed genoeg was – of het hoogst haalbare.


Liefde als waakvlam

Wat échte liefde is, heb ik als volwassene mogen ontdekken, met de hulp van lieve mensen, onder wie mijn eigen therapeuten. Liefde heelt psychische wonden. Ook lang nadat de verwondingen zijn ontstaan, zoals het geval is bij trauma. Maar hoe dan? Zonder te pretenderen iets te kunnen verklaren dat véle malen groter is dan mijn verstand kan bevatten, wil ik mijn persoonlijke visie delen.

Ik vermoed dat liefde werkt, omdat liefde het essentiële vlammetje is dat ons doet leven. Liefde kan ‘helen’, omdat het onze natuurlijke bron van heelheid is. Ik geloof dat liefde een aangeboren gevoelskwaliteit is, waarover ieder mens beschikt. Liefde is als een waakvlammetje dat nooit helemaal uitdooft. In ideale leefomstandigheden wordt het gevoed en aangewakkerd in de verbinding met andere mensen. Helaas gebeurt dat laatste niet bij iedereen. Of niet op de cruciale momenten waarop het zou moeten.

Deze mensen lopen tekorten op en kwetsuren waardoor ze minder weerbaar worden. Sommigen zoeken voor die kwetsuren oplossingen – in middelen, zelfverwonding, agressie of andere vormen van afleiding – waardoor ze zichzelf nog meer pijn doen en verder in de problemen komen.

Enkelen van hen komen bij mij. En wat ik in essentie poog te doen, is hen helpen om zichzelf lief te hebben, door zelf in liefde met hen te zijn. In een veilige setting, met behulp van therapeutische rituelen, help ik mensen om weer contact te maken met die innerlijke bron van liefde, en van daaruit de persoon te omarmen die ze zijn.


De kracht van liefde

Waaruit bestaat dan precies die helende kracht van liefde?

Afgelopen voorjaar overleed een van de mensen die het vlammetje van liefde in mij aanwakkerden. Anat Geiger was mijn eerste yogaleraar. Ik volgde haar lessen in een periode waarin ik niet goed in mijn vel zat, lang voordat ik in herstel kwam. Anat zag mij. Elke keer dat ik de les binnenkwam, zat ze kalm en aanwezig midden in de zaal en schonk ze mij haar volledige aandacht. Ze keek me aan, glimlachte verwelkomend, en noemde me bij mijn naam. That’s it. En dat elke week opnieuw.

Een ander die jou werkelijk ziet, erkent jouw bestaan. Zo kun je beseffen dat je er bent, en dat jouw ‘zijn’ ertoe doet. Als die ander aanwezig en beschikbaar blijft, zonder voorwaarden te verbinden aan de relatie en zonder over je te oordelen, ervaar je dat je helemaal welkom bent. Precies zoals je bent. Anat was als een spiegel voor me. Door haar liefdevolle manier van ‘zijn’, spiegelde zij liefde voor mij, en heelheid.

In verbondenheid volledig jezelf kunnen zijn, exact zoals je bent met alles wat je voelt (dus óók de niet-prettige gevoelens!), is voor mij de basis van liefde. Die verbinding kun je ervaren met een ander mens, maar dat hoeft niet. Je kunt ook liefde ervaren in verbinding met je omgeving. Met de natuur of de stad, de wereld of de hele mensheid. Of misschien wel met ‘god’, zoals jij die ervaart.

De aanwezigheid van een beschikbare ander heeft wel een grote meerwaarde. Als iemand op jouw ‘gevoelsfrequentie’ afstemt en met jou meevoelt (óók met de pijnlijke gevoelens!), kan een gevoelservaring ontstaan die ik nog het beste omschrijf als ’thuiskomen’. In verbondenheid met iemand die er echt met jou is, wordt liefde tot leven gewekt. Deze liefde kun je overbrengen op de plekken die pijn doen. En zo kunnen wonden helen.


Liefde in herstel

Niet alleen in therapie kun je de helende kracht van liefde ervaren. Zeker niet! Liefde is ook de wezenlijke kracht van lotgenotengroepen en herstelcommunity’s, plekken waar mensen in gelijkwaardigheid en openheid hun ervaringen delen en zichzelf in elkaar herkennen, of vinden. Een veilige, warme en liefdevolle groep kan een volwaardig alternatief zijn voor therapie.

Al met al sluit ik het jaar positief af. Ik ben heel blij met de toenemende aandacht voor trauma en gehechtheid (liefde) en de groeiende gerichtheid op herstel, mede onder invloed van ervaringsdeskundigen en professionals zoals Jim van Os.

Ik ben positief gestemd over de mogelijkheid van transformatie van de geestelijke gezondheidszorg. Een transformatie naar een realiteit waarin mensen met psychische problemen, hun naasten, herstelgroepen en professionals – inclusief de coaches en complementair zorgverleners – met elkaar samenwerken in een verband gebaseerd op menselijkheid en liefde.

 

  • Kijktip: Stutz, op Netflix, is een parel van een documentaire over echt contact en de relatie tussen Jonah en zijn therapeut, Phil Stutz.

  • Komend voorjaar verschijnt mijn boek: Ik weet dat je er bent. Een gids voor professionals die werken met mensen met verslavingen of eetproblemen. Het is een combinatie van theorie, veel handvatten en technieken, verhalen van cliënten en mijn eigen verhaal. Alles uiteraard liefdevol beschreven. 🙂 Hier en hier lees je er meer over.
Integratieve begeleiding bij verslaving

Work in progress

Het afgelopen jaar ben ik begonnen aan een boek, een boek dat ik zelf schrijf welteverstaan. Het is een beestenklus en ik heb nog een lange weg te gaan, maar ben inmiddels ook al een eind gevorderd. Genoeg om nu een tipje van de sluier op te lichten.


Het boek in wording is mijn kijk op verslaving en herstel uitgewerkt in een integratieve behandelmethodiek. Ik schrijf voor een breed scala aan professionele hulpverleners – coaches, ervaringswerkers, counselors, therapeuten, psychologen – die werken of willen werken met mensen die kampen met hardnekkige gewoontes, verslavingen aan middelen of gedragspatronen, eetproblemen of andere dwangmatigheden. Ook wie mensen begeleidt die al in herstel zijn, dus geen actieve verslaving of eetstoornis meer hebben, kan er veel aan hebben.

schuld en schaamte

Een weg uit schaamte en schuld

Een verslaving is iets waardoor je jezelf stom vindt, schaamt, of schuldig voelt, en dat je daarom voor anderen en jezelf probeert te verbergen. In dit blog geef ik je handvatten om de destructieve cyclus van zelfafwijzing los te laten en verbinding te maken met wie je werkelijk bent.


Met bovenstaande definitie van verslaving onderkent Jan Geurtz (in zijn boek De verslaving voorbij) dat een verslaving onlosmakelijk verbonden is met jezelf veroordelen, afwijzen en verbergen – en wat mij betreft geldt dat ook voor een eetstoornis. Een verslaving of eetstoornis is op zich al een afwijzing van een deel van jezelf: je mag ‘iets’ niet voelen of ‘zo’ niet zijn en daarom vermijd en bestrijd je dat met het middel of gedrag waaraan je verslaafd bent geraakt. Schuld en schaamte komen daar nog eens bovenop als veroordeling van die zelfafwijzing.

Seksverslaving

Van high on love naar nuchter liefhebben

Seks, liefde en relaties boden Ricardo een oplossing om met het leven om te gaan. Door te delen met anderen in een herstelprogramma*, veel zelfonderzoek te doen en zich te verdiepen in spiritualiteit, leerde hij om nuchter een gelukkig leven te leiden. Openhartig vertelt hij over zijn verslaving en zijn ervaringen in herstel.


* Ricardo (niet zijn echte naam) spreekt op individuele titel en niet namens een herstelprogramma. Voor meer informatie over dit programma, zie het kader onderaan dit interview.

Een van de redenen waarom ik je wilde interviewen is om het stigma op seksverslaving tegen te gaan. Hoe is het voor jou om te praten over dit onderwerp?

Ik heb al eens voorlichting gegeven op een hogeschool in het kader van destigmatisering, maar buiten de veiligheid en anonimiteit van mijn fellowship [de gemeenschap rondom het programma dat Ricardo volgt] praat ik niet vaak over mijn seks- en liefdeverslaving. Als ik al zeg dat ik een verslaving heb, vertel ik meestal dat ik heb gedronken of drugs heb gebruikt. Ik zeg niet dat ik ook nog een behoorlijke seksverslaving had.

Als je het over seksverslaving hebt, denken mensen toch vaak aan de Vieze Man, van Van Kooten en de Bie. Zo’n man met een regenjas. Of aan potloodventers, prostitutie of seks op parkeerplaatsen, dat soort dingen. Die associaties had ik zelf ook wel bij een seksverslaving. Vrouwen lopen toch een blokje om, als je het noemt.