Het is een misverstand dat mensen met een verslaving geen verantwoordelijkheidsgevoel zouden hebben. Sterker nog, ze hebben er vaak te veel van. Of ze hadden het, totdat ze het opgaven.
Veel van mijn cliënten met een verslaving of eetprobleem worstelen met het thema verantwoordelijkheid. Aangespoord door hun omgeving proberen ze verantwoordelijkheid te nemen voor hun gedrag en gezondere of liefdevollere keuzes te maken. Maar dit blijkt lastig. Vaak gaat het zo: hoe harder je probeert je gedrag te veranderen, des te meer het uit de hand loopt. De druk van buitenaf neemt proportioneel toe. Met de beste intenties sporen naasten en hulpverleners je aan: je kúnt het, je hebt het in je, als je het maar écht wil, in jezelf blijft geloven, blijft vechten, enzovoorts.
Liefde heelt psychische wonden. Liefde kan ook kwetsbaar voelen. Of bedekt zijn met schaamte. Over liefde in therapie en liefde in herstel. En een hartenwens voor diepgaande veranderingen in de geestelijke gezondheidszorg.
In de uitzending GGZ onder Druk zegt psychiater Jim van Os dat wat echt werkt in de psychiatrie en de psychologie, liefde is. Liefde en menselijkheid. We moeten af van het hele idee van ‘medische evidence’ bij psychisch lijden, voegt hij eraan toe.
Ik denk dat veel zorgverleners dit diep vanbinnen weten. Maar vanuit de systemen die ons vormen – niet alleen de zorgsector, maar maatschappelijke systemen in brede zin – krijgen we iets heel anders mee.
Liefde vs. ratio
Vanuit onze opvoeding, opleiding, het professionele leven en vele andere wegen krijgen we vooral mee dat de ratio heerst. Dat je dient te beschouwen, onderzoeken, analyseren en beargumenteren of bewijzen waarom je iets vindt, zegt of doet. Niet alleen het contact met onze innerlijke wijsheid raken we zo kwijt, ook de verbinding met ons gevoel, en ons mens-zijn. Dit leidt nu tot grote problemen in de (geestelijke) gezondheidszorg, die zwaar onder druk staat, en in de samenleving. Om deze reden is het pleidooi van Jim van Os zeer relevant en waardevol.
Voor mij, als therapeut, is het ook een erkenning van mijn aanpak. Alsof ik toch niet helemáál gek ben, niet alleen maar ‘zweverig’. Het voelt alsof ik toestemming krijg om vanuit liefde en gevoel te werken met mijn cliënten. Want ik werk altijd vanuit mijn hart. Alleen schrijf of spreek ik er niet over. Omdat ik bang ben niet serieus genomen te worden als therapeut. Omdat liefde zo kwetsbaar voelt. Omdat ik me ervoor schaam.
Ik denk niet dat ik de enige zorgverlener ben die het zo ervaart. Een collega zei eens in een intervisiegroep dat ze van al haar cliënten houdt. Opgetrokken wenkbrauwen en bezorgde opmerkingen alom. Of ze wel professionele afstand hield, niet te veel ging zorgen voor een ander, en welke methoden ze dan inzette? Ook cliënten kunnen kritisch zijn als ik voorstel om ergens met liefde naar te kijken: ‘Er is echt wel wat meer nodig dan liefde’, en: ‘Je kunt niet alles met de mantel der liefde bedekken.’ (Meenemer: ergens liefdevol naar kijken houdt niet in dat je het ontkent of goedkeurt.)
Emoties in de verdrukking
Vroeger, bij mij thuis, waren liefde en andere emoties geen onderwerp van gesprek. Emoties wáren er wel, maar ze moesten worden beheerst. Dat gold voor niet-prettige gevoelens (boosheid, angst, verdriet), maar ook voor plezierige. Blijdschap was onder bepaalde omstandigheden oké, maar uitbundigheid of genot niet. Begeerte ook niet, en ontroering of geraaktheid – emoties die allemaal met liefde te maken hebben – evenmin. Deze gevoelens raakten vermengd met oordelen en schaamte.
Geknuffeld werd er niet, laat staan dat er werd gezegd: ik houd van je. Ik ben niet liefdeloos opgevoed. Maar de liefde die er was, was lastig. Ze was aangetast door angst, verdriet en boosheid. En onvoorwaardelijk was ze nooit.
Liefde in een korset
Als kind leerde ik dat liefde iets is dat je kunt verdienen door zelf ‘lief’ te zijn. Lief zijn betekende gehoorzamen. Doen wat je ouders je zeggen. Goed je best doen op school. Meedoen met de anderen. Niet anders zijn of afwijken. Rustig en stil zijn. Geen uiting geven aan je gevoelens. Netjes eten, netjes praten. Liefde zat ingeklemd in een korset van verwachtingen. Rechtop, buik in, kin omhoog en (ingesnoerde) borst vooruit.
De prijs die ik moest betalen voor de ‘liefde’ die mij soms ten deel viel, was te groot. Dus gaf ik de liefde op. Blijkbaar was ik geen liefde waard. Of alleen een vorm van liefde die pijn deed. Ik stopte met geloven in liefde. Ik had er geen benul van dat de wetten die ik van huis uit had meegekregen, weinig met liefde te maken hadden.
Wat ik schrijf over mijzelf zie ik terug bij veel van mijn cliënten. Net als ik, vonden zij een surrogaatliefde in drank, drugs, eten of andere redmiddelen. En net als ik geloofden zij dat die illusie van liefde voor hen goed genoeg was – of het hoogst haalbare.
Liefde als waakvlam
Wat échte liefde is, heb ik als volwassene mogen ontdekken, met de hulp van lieve mensen, onder wie mijn eigen therapeuten. Liefde heelt psychische wonden. Ook lang nadat de verwondingen zijn ontstaan, zoals het geval is bij trauma. Maar hoe dan? Zonder te pretenderen iets te kunnen verklaren dat véle malen groter is dan mijn verstand kan bevatten, wil ik mijn persoonlijke visie delen.
Ik vermoed dat liefde werkt, omdat liefde het essentiële vlammetje is dat ons doet leven. Liefde kan ‘helen’, omdat het onze natuurlijke bron van heelheid is. Ik geloof dat liefde een aangeboren gevoelskwaliteit is, waarover ieder mens beschikt. Liefde is als een waakvlammetje dat nooit helemaal uitdooft. In ideale leefomstandigheden wordt het gevoed en aangewakkerd in de verbinding met andere mensen. Helaas gebeurt dat laatste niet bij iedereen. Of niet op de cruciale momenten waarop het zou moeten.
Deze mensen lopen tekorten op en kwetsuren waardoor ze minder weerbaar worden. Sommigen zoeken voor die kwetsuren oplossingen – in middelen, zelfverwonding, agressie of andere vormen van afleiding – waardoor ze zichzelf nog meer pijn doen en verder in de problemen komen.
Enkelen van hen komen bij mij. En wat ik in essentie poog te doen, is hen helpen om zichzelf lief te hebben, door zelf in liefde met hen te zijn. In een veilige setting, met behulp van therapeutische rituelen, help ik mensen om weer contact te maken met die innerlijke bron van liefde, en van daaruit de persoon te omarmen die ze zijn.
De kracht van liefde
Waaruit bestaat dan precies die helende kracht van liefde?
Afgelopen voorjaar overleed een van de mensen die het vlammetje van liefde in mij aanwakkerden. Anat Geiger was mijn eerste yogaleraar. Ik volgde haar lessen in een periode waarin ik niet goed in mijn vel zat, lang voordat ik in herstel kwam. Anat zag mij. Elke keer dat ik de les binnenkwam, zat ze kalm en aanwezig midden in de zaal en schonk ze mij haar volledige aandacht. Ze keek me aan, glimlachte verwelkomend, en noemde me bij mijn naam. That’s it. En dat elke week opnieuw.
Een ander die jou werkelijk ziet, erkent jouw bestaan. Zo kun je beseffen dat je er bent, en dat jouw ‘zijn’ ertoe doet. Als die ander aanwezig en beschikbaar blijft, zonder voorwaarden te verbinden aan de relatie en zonder over je te oordelen, ervaar je dat je helemaal welkom bent. Precies zoals je bent. Anat was als een spiegel voor me. Door haar liefdevolle manier van ‘zijn’, spiegelde zij liefde voor mij, en heelheid.
In verbondenheid volledig jezelf kunnen zijn, exact zoals je bent met alles wat je voelt (dus óók de niet-prettige gevoelens!), is voor mij de basis van liefde. Die verbinding kun je ervaren met een ander mens, maar dat hoeft niet. Je kunt ook liefde ervaren in verbinding met je omgeving. Met de natuur of de stad, de wereld of de hele mensheid. Of misschien wel met ‘god’, zoals jij die ervaart.
De aanwezigheid van een beschikbare ander heeft wel een grote meerwaarde. Als iemand op jouw ‘gevoelsfrequentie’ afstemt en met jou meevoelt (óók met de pijnlijke gevoelens!), kan een gevoelservaring ontstaan die ik nog het beste omschrijf als ’thuiskomen’. In verbondenheid met iemand die er echt met jou is, wordt liefde tot leven gewekt. Deze liefde kun je overbrengen op de plekken die pijn doen. En zo kunnen wonden helen.
Liefde in herstel
Niet alleen in therapie kun je de helende kracht van liefde ervaren. Zeker niet! Liefde is ook de wezenlijke kracht van lotgenotengroepen en herstelcommunity’s, plekken waar mensen in gelijkwaardigheid en openheid hun ervaringen delen en zichzelf in elkaar herkennen, of vinden. Een veilige, warme en liefdevolle groep kan een volwaardig alternatief zijn voor therapie.
Al met al sluit ik het jaar positief af. Ik ben heel blij met de toenemende aandacht voor trauma en gehechtheid (liefde) en de groeiende gerichtheid op herstel, mede onder invloed van ervaringsdeskundigen en professionals zoals Jim van Os.
Ik ben positief gestemd over de mogelijkheid van transformatie van de geestelijke gezondheidszorg. Een transformatie naar een realiteit waarin mensen met psychische problemen, hun naasten, herstelgroepen en professionals – inclusief de coaches en complementair zorgverleners – met elkaar samenwerken in een verband gebaseerd op menselijkheid en liefde.
Kijktip: Stutz, op Netflix, is een parel van een documentaire over echt contact en de relatie tussen Jonah en zijn therapeut, Phil Stutz.
Komend voorjaar verschijnt mijn boek: Ik weet dat je er bent. Een gids voor professionals die werken met mensen met verslavingen of eetproblemen. Het is een combinatie van theorie, veel handvatten en technieken, verhalen van cliënten en mijn eigen verhaal. Alles uiteraard liefdevol beschreven. 🙂 Hier en hier lees je er meer over.
Het afgelopen jaar ben ik begonnen aan een boek, een boek dat ik zelf schrijf welteverstaan. Het is een beestenklus en ik heb nog een lange weg te gaan, maar ben inmiddels ook al een eind gevorderd. Genoeg om nu een tipje van de sluier op te lichten.
Het boek in wording is mijn kijk op verslaving en herstel uitgewerkt in een integratieve behandelmethodiek. Ik schrijf voor een breed scala aan professionele hulpverleners – coaches, ervaringswerkers, counselors, therapeuten, psychologen – die werken of willen werken met mensen die kampen met hardnekkige gewoontes, verslavingen aan middelen of gedragspatronen, eetproblemen of andere dwangmatigheden. Ook wie mensen begeleidt die al in herstel zijn, dus geen actieve verslaving of eetstoornis meer hebben, kan er veel aan hebben.
Angst om te stoppen of angst om te beginnen. Bang om een vertrouwd stukje van jezelf te verliezen of om een nieuwe kant van jezelf te ontdekken. Het is maar hoe je het bekijkt. Iedereen met een ongewenste gewoonte of verslaving komt hem tegen: de angst om het oude vertrouwde pad te verlaten en een nieuwe, onbekende richting in te slaan.
De angst om te stoppen met een verslaving heeft twee gezichten. Aan de ene kant is er de angst dat het niet gaat lukken. Je kunt het faalangst noemen, maar in essentie ben je bang voor je eigen oordeel, wat jij dan van jezelf zult vinden. Of wat anderen ervan vinden, maar dat komt uiteindelijk op hetzelfde neer: zul jij er dan nog wel mogen zijn?
Daarnaast is er de angst dat het wél lukt en dat je leven dan een moeilijk, pijnlijk, leeg of zinloos bestaan zal zijn. Dit is eigenlijk ook angst voor het gevoel dat jij dan over jezelf zult hebben; dat jij alleen (zonder jouw middel of gewoonte) niet genoeg bent, dat je ‘het’ niet in je hebt om het leven te leven op een bevredigende manier. Als je nog een laagje dieper zakt, zul je misschien ervaren dat het een existentiële angst is, of jij dan nog wel zult bestaan.
Deze zomer is het zeven jaar geleden dat ik stopte met drinken. Wat ik toen niet wist en ook nooit had geloofd, is dat ik met dat besluit de basis legde voor wat ik nu als niets minder dan mijn superkracht beschouw. Wat onverdoofd leven voor mij betekent vertel ik je in dit blog.
Stoppen met alcohol drinken was het begin van een groter voornemen om mijzelf niet langer te verdoven. Ik nam ook afscheid van ‘sociale drugs’, de kalmerende middelen waarmee ik mijzelf op de been hield en andere dwangmatigheden, zoals mezelf verzuipen in werk, perfectionisme, controledrang, kleding kopen als troost, daten vanuit behoeftigheid en obsessief bezig zijn met uiterlijkheden. Als ware alles-of-nietser stopte ik met veel patronen waarmee ik mijn gevoel manipuleerde, ongemak vermeed, innerlijke leegte opvulde en emotionele pijn kortstondig verzachtte.
Nooit meer genieten
Stoppen met alcohol was de ingrijpendste verandering want drinken was er van jongs af aan diep ingesleten. Dat gold ook voor de overtuiging dat alcohol het leven glans geeft. Om je eerlijk de waarheid te zeggen: ik dacht dat ik nooit meer zou kunnen genieten. Goed uit eten gaan, diepgaande nachtelijke gesprekken, alles vergeten op de dansvloer, knuffelen voor de open haard… Ik zag het niet meer voor me.
Maar doorgaan op de weg van nooit-genoeg die ik al zo’n vijfentwintig jaar bewandelde, was ook geen optie meer. Ik was niet bereid om dieper te zinken in de val van afhankelijkheid. Een deel van mij was tot-slaaf-gemaakt door andere, op overleving gerichte delen, die het paradoxale idee hadden opgevat dat drinken de enige manier was om mij overeind te houden – hun ogen gesloten voor het feit dat ik inmiddels uitgeteld op de grond lag.
Gelukkig was er ook een gezond deel dat inzag dat iets drastisch moest veranderen, hoe bang ik ook was dat het zou mislukken of erger nog: dat het zou lukken en dat het gedaan zou zijn met de pret. Zodoende gaf ik mij over. Ik legde me erbij neer dat de rest van mijn leven weliswaar gezonder, maar ook saai en vreugdeloos zou zijn.
Alles went wanneer je er middenin zit
Toen ik nog speelde met de gedachte om te stoppen met drinken waren er ook mensen geweest die mij vertelden dat het juist béter zou worden. Ik zou beter gaan slapen, trots zijn op mijzelf, meer eigenwaarde krijgen, fitter worden, veel meer tijd hebben voor andere leuke dingen, een mooiere huid krijgen, afvallen, meer geld overhouden, minder gespannen en depri zijn, me beter kunnen concentreren, meer smaak en reukvermogen krijgen en nog veel meer.
Ik hoorde het ze zeggen maar geloofde het niet. Ook dacht ik niet zo veel last te hebben van die klachten waar ze het over hadden. Volgens mij was er niets mis met mijn smaak en reuk, was ik best fit en niet vreselijk gespannen of depressief.
Het punt is: alles went wanneer je er middenin zit. Ik was gewend om me maar heel matig te voelen, ik dacht dat je matig voelen de norm was. Mijn ervaring was dat alcohol mij een beetje omhoog tilde uit dat matige, grijze gevoel. Ik had er geen idee van dat mijn gevoel afgevlakt en kleurloos was als gevolg van die alcohol.
Natuurlijke pret-impulsen
Totdat ik stopte met drinken en ging ervaren hoe het anders kon. Dat gebeurde zeker niet meteen de eerste dagen. Voor de meesten die stoppen met drank of drugs na langer gebruikt te hebben, is het echt eventjes helemaal niet leuk meer. Hoe diep het dal is dat je door moet en hoe lang je erin zult verkeren, hangt af van hoe het er in je lijf en je brein aan toe is en wat je precies gebruikte. Als je brein afhankelijk is geworden van drank of drugs voor het maken van lekker-gevoel-stofjes, heeft het tijd nodig om weer te leren reageren op natuurlijke pret-impulsen, zodat jij weer gaat genieten op een natuurlijke manier.
Maar ik had geluk want ik knapte snel op. Na de eerste week genoot ik al van wat me was beloofd: een kwalitatief goede nachtrust, katervrij wakker worden, dagelijks meer energie en fysiek en mentaal een beter gevoel. Ik leerde langzaamaan genieten van normale dingen, zoals een wandeling in de zon. Ik had tijd over voor mezelf, die ik gebruikte om gezond te eten, veel te bewegen en mijzelf te leren om weer te ontspannen zonder hulp. Voor het eerst in lange tijd voelde ik mij weer in balans.
Aanvankelijk dacht ik dat ik snel gewend zou raken aan mijn nieuw verworven geluksgevoel. Maar niets bleek minder waar. De afgelopen zeven jaar heb ik talloze keren versteld gestaan van de positieve gevolgen van mijn keuze en inmiddels beschouw ik mijn nuchterheid, of liever gezegd: mijn onverdoofd zijn, als mijn superkracht.
Dit zijn negen kwaliteiten die ik heb ontwikkeld tijdens mijn zeven jaar alcoholvrije leven:
1. Breinkracht. Mijn brein heeft zich ontpopt tot een creatieve ideeënmachine. Vroeger dacht ik dat alcohol mij creatiever maakte. Het tegendeel blijkt waar. Het kan er inderdaad op lijken dat de kortstondige, kunstmatig geïnduceerde roesmomenten een creatieve impuls geven aan je geest, maar diezelfde geest is door de langetermijngevolgen van verdoving juist afgevlakt en afgemat. Nu ik mijn brein niet langer verdoof ervaar ik een haast oneindig lijkende stroom van creatieve gedachten en daar ga ik bijzonder goed op.
2. Productiviteit. Omdat ik veel meer energie heb, me beter kan concentreren en mijn tijd niet verdoe aan het bijkomen van excessen, heb ik meer tijd om die ideeën uit te werken en in acties om te zetten. Voorheen had een dag ongeveer 10 bruikbare uren waarin ik, met steeds meer moeite, dingen voor elkaar kon krijgen. Nu telt mijn dag 16 productieve uren. Dat is 42 uur winst per week! Die uren gebruik ik niet alleen voor het verwerkelijken van plannen, maar ook voor ontspanning, plezier en zelfzorg. Elke dag beweeg ik minimaal anderhalf uur en doe ik aan yoga, zodat mijn lijf mijn drukke brein een beetje bij kan houden.
3. Genieten in het hier en nu. De voorwaarde om te kunnen genieten van het leven zoals het zich aandient, is dat je in staat bent om dat leven zintuigelijk te ervaren zoals het is: in dit moment, hier en nu. Wie zich verdooft, verdooft zijn zintuigen. Wie vlucht of zijn belevingen verandert, is niet aanwezig in de realiteit zoals deze is. Dan geniet je misschien wel, maar van een illusoire werkelijkheid, die je afhankelijk maakt. De realiteit waarvan je vlucht komt steeds verder van je af te staan.
Toen ik stopte met mezelf verdoven, kwam alles weer binnen. In het begin was dat heftig, alsof ik een babyhuidje had. Maar als een baby begon ik mij spoedig ook te verwonderen. Dingen vielen me op waarvoor ik lange tijd blind of doof was geweest: een lach van een onbekende, een zingende merel op mijn balkon, de herfstkleuren in een nevelig park.
4. Opmerkingsbekwaamheid en intuïtief leiderschap. Doordat ik mijn gevoelens niet meer filterde, heeft mijn sensitiviteit – of zoals een cliënte het noemt: mijn opmerkingsbegaafdheid – zich kunnen ontplooien. Niet alleen komen indrukken en prikkels meer binnen, ook mijn emoties komen sneller aan de oppervlakte. Het voelen moest ik even onder de knie krijgen, maar al snel plukte ik er de vruchten van. Door het voelen van je emoties, krijgt de wereld waarde en betekenis. Nadat de eerste emotiestormen waren uitgeraasd, werden de subtielere gevoelens en mijn intuïtie weer toegankelijk. Met mijn intuïtie hervond ik mijn innerlijke kompas dat ik samen met mijn emoties gebruik om te navigeren door het leven, zowel privé als beroepsmatig.
5. Inner peace en inner power. Overmatig alcoholgebruik maakt onrustig, angstig en depressief. Dwangmatige patronen houden je afhankelijk en klein. Ook als je niet drinkt om te verdoven maar om een goed gevoel te krijgen, zeg je onbewust tegen jezelf dat je het puur niet aankunt en dat je niet goed genoeg bent zoals je bent. Door het leven onverdoofd aan te gaan, doe je het tegenovergestelde. Ik daag mijzelf zoveel meer uit dan toen ik nog dronk. Ik ben heus wel eens bang, maar die angsten durf ik aan. Daardoor word ik weerbaarder en groeit mijn zelfvertrouwen, wat maakt dat ik nieuwe uitdagingen met meer rust en vertrouwen tegemoet zie.
6. Authenticiteit. Mijn oude levenswijze voorzag mij van een masker dat me hielp om mijzelf te handhaven in een leven dat ik bedacht had omdat ik dacht dat het zo van mij verwacht werd. Stoppen ging gepaard met het afleggen van maskers en beschermlagen en het ja-zeggen tegen een echtere en authentiekere versie van mijzelf. Het betekende ook keuzes maken en afscheid nemen van wat mij niet meer diende. Waar ik mijzelf eerder heb aangepast aan een bedacht leven, kies ik nu voor een leven dat past bij wie ik werkelijk ben. Ik ben er heel blij mee. Het voelt vrij, onafhankelijk en krachtig. Ik houd mijzelf en anderen niet meer voor de gek en kijk mijzelf weer aan in de spiegel.
7. Vrijheid. Authenticiteit gaat hand in hand met vrijheid. Ik voel me niet meer afhankelijk van zaken buiten mijzelf om mij te vervullen. Ik verlang niet naar iets buiten mijzelf, maar ik leef mijn verlangen van binnenuit. Niet de vervulling van mijn verlangens, maar het leven van mijn verlangen en mijn passie vervult mij. Vrijer ben ik ook van geest en van denken, van aangeleerde overtuigingen en gedrag. Als het alleen al gaat over alcohol, zijn we als maatschappij volledig geïndoctrineerd en geconditioneerd door onze cultuur en opvoeding. Als je hier meer over wilt weten, raad ik je The wine o’clock myth van Lotta Dann aan of De grote verdoving van Erik Stofferis.
8. Verbondenheid. Voor mij als voor zo veel anderen was alcohol een smeermiddel voor sociale contacten. Hieraan ten grondslag lag de overtuiging dat ik zonder alcohol niet spontaan, grappig of extravert genoeg zou zijn. Hiermee hield ik mijzelf onzeker en was ik onecht. Bovendien had ik steeds meer morning-afters waarin ik me vol schaamte afvroeg wat ik de avond ervoor gedaan of gezegd had.
Onverdoofd ben ik echt mét anderen en kan ik er zelfs voor ze zijn als het tegenzit. Niet alleen om hen zonodig veilig thuis te brengen, maar ook dagelijks als vriendin en therapeut. Als je gevoel puur is, is het contact met anderen zuiverder. Door de verbinding te blijven voelen met mijzelf, ervaar ik een veel diepere verbinding met mijn naasten.
9. Zelfliefde. Je zou nu een korte pauze kunnen nemen en nadenken over hoe een verslavend patroon je tegen jezelf kan uitspelen. Besef en voel hoe schaamte en zelfaversie hand in hand gaan met verslavend gedrag. Wie stopt hoeft geen energie meer te steken in het onderhandelen met zichzelf, de wanhoop en schaamte en het verdoven daarvan. Dan ontstaat ruimte voor zelfwaardering en iets heel bijzonders. Alles verandert wanneer je van jezelf begint te houden. Je leeft niet langer vanuit niet-genoeg, behoeftigheid en tekorten die van buitenaf gevuld moeten worden, maar je wordt de krachtige bron in jezelf. Hoe meer je houdt van wie je bent, hoe minder bevestiging en goedkeuring je zoekt, hoe vrijer je bent.
Stoppen met drinken gaat niet over wat je opgeeft, maar wat je ervoor terugkrijgt. Mijn nuchterheid geeft me alles wat ik eerder in alcohol zocht: creativiteit, zelfvertrouwen, stressvermindering, een betere stemming, rust, verbondenheid, vrijheid, liefde, geluk. Voordat je denkt dat ik een uitzondering ben: het wordt bevestigd door de wetenschap en miljoenen anderen met mij.
Maar mocht jij je, net als ik zeven jaar geleden, blijven afvragen of je zonder alcohol nog wel kunt losgaan op een feestje, genieten van een vijfgangendiner of ongedwongen daten, stel jezelf dan eens de vraag wat ‘genieten’ en ‘geluk’ voor jou precies betekenen.
Tips
Een zowel geruststellende als vrolijkmakende ontwikkeling: het assortiment alcoholvrije drankjes is de afgelopen jaren enorm uitgebreid, ook in de horeca, waardoor kwalitatief goede alcoholvrije wijn, bier, gin, rum of mixdranken ruimschoots beschikbaar zijn. Je vindt ze o.a. bij de alcoholvrije slijter.
The unexpected joy of being sober van Catherine Gray is een vrolijk, opbeurend en positief motiverend boek over hoe het is om nuchter te leven.
In de podcastserie Onverdoofd spreekt schrijver Erik Jan Harmens met bekende en minder bekende Nederlanders die net als hij hebben besloten zichzelf niet langer te verdoven.
The Alcohol Experiment is een gratis app bomvol hoopvolle en inspirerende content die je helpt om in 30 dagen je alcoholpatroon te doorbreken.
Als je (even) geen alcohol drinkt, is het soms moeilijk omgaan met de reacties van anderen en de vraag: Waarom drink je niet?