Search
Close this search box.
Verslaving, schaamte en stigma

Verslaving, schaamte en stigma

Verslaving is omgeven door vooroordelen en taboes. Er zijn weinig mensen die openlijk praten over hun slechte gewoontes. Toch is de kans groot dat iemand in je nabije omgeving ergens afhankelijk van is. Wanneer ben je eigenlijk verslaafd? En wat kun je doen als je iemand kent met een afhankelijkheidsprobleem – of er zelf een hebt?

De kans dat je een vriend of collega hebt met een verslavingsprobleem, is behoorlijk groot. Volgens cijfers van Jellinek zijn er in Nederland zo’n twee miljoen verslaafden. Het gaat dan alleen om mensen die afhankelijk zijn van middelen zoals drugs, alcohol, tabak of medicijnen, of kampen met een gok- of gameverslaving. Eetstoornissen of verslavingen aan een bepaald gedrag, zoals seks, sporten, shoppen of werken, zijn nog buiten beschouwing gelaten.

Als ik naar mijn eigen kennissenkring kijk, denk ik dat iedereen wel ergens aan verslaafd is. Als het niet aan een middel is, dan wel aan een bepaalde gewoonte. Of anders zijn we wel afhankelijk van een goed gevoel, zoals liefde, aandacht of waardering. Wat te denken bijvoorbeeld van die kennis die dagelijks 1,5 liter cola drinkt? Hoe verschilt zij van die vriendin die elke avond een fles wijn wegtikt tijdens het koken? En hoe is die vriend die 100 tweets per dag produceert anders dan mijn cliënt met een online gokverslaving? Of die vriendin die geobsedeerd lijkt met haar nieuwe liefde, dwangmatig met hem appt (zelfs op de wc) en al haar sociale bezigheden heeft opgegeven? Zijn dat geen typische verslavingskenmerken? Ennuh… ben ik inmiddels de laatste die nog worstelt met sigaretten?


Ben ik verslaafd?

Wanneer spreek je eigenlijk van een verslaving? Daar is geen eenduidig antwoord op. De DSM-5, het handboek waarin alle psychiatrische aandoeningen beschreven staan, heeft het niet over verslavingen, maar over ‘stoornissen in het gebruik van middelen en gokken’. Aan de hand van het aantal criteria waaraan je voldoet, heb je een milde, gematigde of ernstige stoornis. Maar wie te veel drinkt, blowt of gamet en daardoor problemen ondervindt, hoeft nog geen psychiatrische stoornis te hebben. En ook als je geen middelen gebruikt of gokt, maar bijvoorbeeld eetbuien hebt, kun je je gedrag als ‘verslavend’ ervaren.
 
 
Online zijn er veel testjes te vinden waar soorten ‘gebruikers’ worden gecategoriseerd op basis van hoeveelheden, frequenties, symptomen en gevolgen van hun gedrag. Zo kun je jezelf classificeren als bijvoorbeeld ‘probleemgebruiker’, ‘misbruiker’ of ‘afhankelijk’. Maar er is ook kritiek op deze typeringen. Als je niet voldoet aan de criteria voor hoeveelheden en frequenties, kun je je eigen gedrag wel degelijk als problematisch ervaren. Er speelt veel meer bij afhankelijkheid dan een middel en het gedrag alleen. Een verslaving gaat over werkelijke gevoelens, behoeftes en verlangens.


Vooroordelen

Een ander probleem met het gebruik van stereotypes is de negatieve associatie die veel mensen hebben met begrippen als ‘verslaving’ of ‘alcoholisme’. Het zijn beladen termen. Uitdrukkingen als ‘eens verslaafd, altijd verslaafd’, misvattingen als ‘een alcoholist drinkt altijd ‘s ochtends’ en vooroordelen als ‘verslaafden zijn zwak en willoos’ onderschrijven het stigma. Stigmatisering kan de impact van een verslavingsprobleem verergeren. Stigma veroorzaakt immers schaamte en schaamte versterkt het onderdrukken, ontkennen en verbergen van het eigen gebruik of gedrag, evenals de schuldgevoelens en zelfveroordeling, hetgeen toch al kenmerken zijn van een verslaving.

“An alcoholic is someone you don’t like, who drinks as much as you”

– Dylan Thomas

In mijn praktijk kies ik voor een praktische benadering. Zodra iemand zijn of haar gewoonte als problematisch en ongewenst ervaart, zich daarover slecht of schuldig voelt en er iets aan wil veranderen, maakt het voor mij niet veel uit welk stereotype of ‘label’ erbij hoort.


Functionerend verslaafden

Maar wat voor mensen zijn dat dan, die ‘verslaafden’? Voor een onderzoek begeleidde ik cliënten met alcoholproblemen. Na afhankelijkheid van tabak en medicijnen is een alcoholverslaving de meest voorkomende in Nederland. Dat is ook niet zo vreemd aangezien 80% van de volwassen bevolking alcohol drinkt. Indien gebruikt in grotere hoeveelheden is alcohol een onvervalste hard drug. Het is een middel dat de psyche beïnvloedt en het is zowel lichamelijk als geestelijk verslavend. Maar alcohol wordt beschouwd als genotsmiddel. We gebruiken het om iets te vieren, te ontspannen, omdat het gezellig is, het ons losser maakt, het lekker is, om van het leven te genieten of omdat het goed zou zijn voor hart en bloedvaten. Ten minste een op de tien mensen lukt het niet om om te gaan met de risico’s van het gebruik van alcohol en krijgt te maken met een alcoholprobleem. Deze mensen waren mijn doelgroep.

Ik verspreidde mijn oproep voor deelnemers aan het onderzoek in mijn eigen kring van vrienden en kennissen. Ik omschreef de doelgroep als “iedereen die een probleem ondervindt met zijn of haar alcoholgebruik en de beslissing heeft genomen om er iets aan te doen”. Ik verwachtte ‘normale’ mensen, mensen met een partner of een gezin, werk, vrienden, een ‘leuk leven’ en een alcoholprobleem. Je zou ze ‘functionerend alcoholisten’ kunnen noemen, volgens een ander label. Mensen van wie je ‘het niet zou verwachten’, die hun probleem verborgen houden onder gevoelens van schaamte en schuld, of om hun imago hoog te houden. Mensen die om diezelfde schaamtegevoelens en door het taboe op ‘alcoholisme’ niet snel hulp zullen zoeken voor hun afhankelijkheid.

Het aantal reacties overtrof mijn verwachtingen. Ik had een respons van 25% en meer aanmeldingen dan ik voor mijn onderzoek kon gebruiken. Dat kan natuurlijk iets zeggen over mijn vriendenkring, maar het bevestigde eerder mijn vermoeden dat een alcoholprobleem veel vaker voorkomt dan we misschien zouden willen denken. De gesprekken die ik naar aanleiding van mijn oproep voerde met mijn vrienden over het fenomeen ‘verslaving’ sterkten mij ook in mijn overtuiging dat iedereen wel iets herkent in het zich ergens afhankelijk van voelen, in ‘onvrij’ zijn. Zijn wij niet allemaal ergens ‘functionerend verslaafden’?


Openheid

Juist om die gemeenschappelijke herkenning geloof ik dat wij een groot verschil kunnen maken in de manier waarop wij ons opstellen richting die ‘verslaafde’ vriend, kennis of collega. En ten opzichte van ons eigen verslavingsgedrag. We kunnen dat doen door het stigma, de veroordeling, de angst en de ontkenning te bestrijden, ook in onszelf.

In kwetsbaarheid schuilt kracht. Als je zelf ergens mee zit, durf er dan eens over te praten met een goede vriend of vriendin. De kans is groot dat hij of zij je dankbaar is voor je openheid. Als je vermoedt dat iemand anders een probleem heeft, probeer het dan eens aan te snijden, hoe eng dat misschien ook lijkt. Doe het vanuit jezelf, zonder meteen een oordeel of advies paraat te hebben. Deel en luister. 

De eerste stap op de weg naar beëindiging van een verslaving ligt in het doorbreken van het stigma. Er is maar één antwoord op een stigma en dat is openheid.


Van goed gevoel tot gevangenis: De verslavingsspiraal


Help je mee het stigma rondom verslaving te beëindigen? Druk dan op een van de share-knoppen hieronder. Dank je wel!

Deel dit blog op sociale media:

Facebook
X
LinkedIn

Blijf op de hoogte

Voer je e-mailadres in om je in te schrijven op dit blog en e-mailmeldingen te ontvangen van nieuwe berichten.

Nieuwste blogs

praten over eetstoornis

In gesprek met mijn eetstoornis

Waarom voel ik me zo ongemakkelijk als gesprekken over eetstoornissen zich concentreren op extreem eetgedrag, gewicht of lichaamsbeeld? Om hier achter te komen, vroeg ik