Manja Kamman

Verslaving en spiritualiteit

Je bent genoeg

Bestaat er een magische sleutel die mensen in staat stelt een knop om te draaien en te stoppen met destructieve patronen? Voor mij was die er wel – en nog mooier: hij werkt ook bij anderen. Het inzicht in wie je echt bent blijkt een belangrijke hulpbron voor duurzaam herstel.

Wat ik ontdekte

Er was een dag waarop ik ontdekte dat alles wat ik over mijzelf geloofde, niet klopte. Niets van wat ik dacht te zijn, was waar.

Onwaar waren: Ik ben een ondankbare dochter, ik ben een slechte vriendin, ik ben egoïstisch, ik ben waardeloos. Ook onwaar waren: Ik ben een intelligente vrouw, ik ben verantwoordelijk, ik ben een doorzetter, ik ben zelfstandig. En ik ben kwetsbaar, ik ben anders, ik ben alleen, ik ben verslaafd bleken ook niet waar te zijn.

Alles wat ik achter Ik ben… kon zetten, was niet wie ik werkelijk was.

Ik kwam er ook achter dat alle moetjes en regeltjes die ik erop nahield – en dat waren er veel – niet op waarheid berustten. Ik moet lief en aardig zijn, ik moet mijn uiterste best doen, ik moet slank en mooi zijn, ik moet compromissen maken… allemaal regels gefundeerd op een negatieve basisovertuiging over mijzelf. Niet waar dus. En niet mijn regels.

Die dag vond ik een uitweg uit de bedrukkende wolk van oordelen, overtuigingen en meningen die ik had over mijzelf en de rest van de wereld. Een manier om mijzelf te ontdoen van de vele labels die ik mijzelf had opgeplakt en om mijzelf beetje bij beetje te bevrijden uit het harnas van hooggespannen verwachtingen: alles wat ik moest bereiken of beheersen, alles waaraan ik moest voldoen.

Ik vond uit wat ik nu weet: dat wie of wat ik echt ben niet hetzelfde is als wat ik denk te zijn of hoe anderen mij zien. Ik ben niet wat ik denk of voel. Mijn echte zelf was er al lang voordat mensen mij gingen vertellen wie ik was en ik dat ging geloven. Ik was al voordat ik überhaupt wist wat “ik” was.

Het begon met het verstandelijke inzicht in mijn ware natuur, pas later en door te oefenen leerde ik om er soms mee samen te vallen. Mijn oorspronkelijke natuur is het bewustzijn dat met een zekere afstand kan kijken naar wat gebeurt, naar wat ik denk, voel en doe.

Ik vond het wanneer ik uitzoomde, achterover leunde en observeerde.
Ik vond het ook als ik in mijzelf wegzakte, stil was en luisterde.

Als ik daar was, op die plek die niet echt een plek is, was er rust en hoefde ik niet meer zo veel te vechten en te streven. Als ik wegzakte in die plek, was ik genoeg.

Ik was gewoon, en dat was genoeg. Ik was niet kapot, niet gebroken, niet ziek. Er was eigenlijk zelfs helemaal niets mis met mij. Ik was al heel, en dat diepe inzicht maakte dat mijn “ikje” – mijn lichaam en geest – vanaf dat moment konden helen.

Geloof me,
je bent genoeg.
Er hoeft niets bij.
Er hoeft niets af.

Niels Zwakhals
Uit: ‘Zij die werkelijk’


Het eendje en de zwaan

Als tienjarig meisje zag ik mijzelf als het lelijke eendje, met mijn brilletje, beugeltje en kindervet. Ik voelde me anders dan de kinderen uit het dorp. Ik was stiller van aard en verlegen. Mijn ouders kwamen uit de stad en wij praatten netjes, we aten anders en droegen stadse kleding.

Ik wilde erbij horen. Ik wilde ook spijkerbroeken dragen, dubbelgevouwen boterhammen eten en spelen op het erf van de boerderij van mijn vriendinnetje. Maar ik mocht niet zijn zoals de andere kinderen, ik moest beter zijn.

Op de middelbare school kreeg ik door dat ik niet de enige was die zich anders voelde, en dat dit ook een kracht kon zijn; dat je speciale kwaliteiten en talenten mocht hebben en een afwijkende mening. Ik wilde ook uniek zijn en speciaal, maar ook dat mocht niet. Ik mocht uitsluitend excelleren binnen de normen.

‘s Nachts in bed fantaseerde ik hoe ik op mijn achttiende zou transformeren in een mooie, krachtige zwaan. Zodra ik volwassen was zou ik mijzelf bevrijden van de maatstaven en verwachtingen van mijn omgeving en wegvliegen.

De anderen zouden het nakijken hebben. Ze zouden zien waartoe ik in staat was als ik mijzelf kon zijn. Ze zouden onder de indruk zijn. Zie je wel…, zou ik zeggen. En ze zouden het zien. Ze zouden mij zien, erkennen, waarderen en van mij houden. Precies zoals ik was.

De vogel die op haar achttiende wegvloog was weliswaar geen lelijk eendje meer, maar ze was verre van vrij. Nog bijna vijfentwintig jaar lang heb ik geloofd dat ik in wezen niet deugde. Vanuit die overtuiging heb ik immens hard gewerkt en geworsteld om maar te voldoen aan het ideaalbeeld van de sterke zwaan die niemand nodig had.

Ik wilde het zó graag en soms was ik bijna tevreden over mijzelf, maar wat ik nooit heb kunnen bereiken, hoe hard ik het ook probeerde, waren de erkenning, waardering en onvoorwaardelijke liefde waarnaar ik zo sterk verlangde. Ik raakte vleugellam en viel uitgeput op de grond.

Voel je verdriet van je streven,
van je strijd te willen voldoen aan een geschapen beeld,
dat je nooit zal halen.
Hou ervan.
Hou het vast. In je armen.

Het is niet jouw beeld.

Niels Zwakhals
Uit: ‘Zij die werkelijk’


Ego en bewustzijn

Onze identiteit komt overeen met hoe we onszelf zien en evalueren, hoe we denken dat anderen ons zien en evalueren, en van daaruit volgend wat we denken, emotioneel voelen en doen. Dit wordt in de psychologie ook wel “het ego” genoemd. Het ego zijn de conclusies die we over onszelf hebben getrokken en de rollen waarmee we ons identificeren.

Het ego kent meerdere delen. Zo kunnen we tegelijkertijd kind zijn en ouder, vriendin en minnares, leider en volger, CEO en kok, altruïstisch en zelfdestructief, een goedzak en een dader.

Het ego biedt ons houvast. Het houdt ervan om dingen te grijpen, te duiden, te definiëren en beoordelen. Het is er goed in om zaken en wezens van elkaar te onderscheiden, te ordenen en te labelen. Het liefst nog plaatst het alles in twee kampen: goed of slecht, zwart of wit, mannelijk of vrouwelijk, enzovoort. Het ego houdt van duidelijkheid, zekerheid, vastigheid en regeltjes.

Veiligheid speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van onze ego-identiteit. Hoe dieper wij gekrenkt zijn in onze ware natuur, hoe kwetsbaarder we van binnen denken te zijn, des te groter en krachtiger het pantser dat we creëren om ons diepste zelf te beschermen tegen nieuwe pijn en afwijzing.

Hoe minder houvast wij van binnen ervaren, hoe groter de noodzaak deze buiten onszelf te zoeken, en hoe meer we onszelf vastklampen aan onze identiteit.

En ook: hoe verder we met ons ego van onze ware natuur verwijderd zijn geraakt, hoe pijnlijker en hoe groter de kans dat verslavingen, eetstoornissen, angsten of depressieve gevoelens zich aandienen.

De ego-identiteit, ons aangeleerde zelfbeeld, biedt ons dus bescherming. Maar hoe harder het ego voor ons moet werken om ons veilig te houden, des te hardnekkiger en dwingender het vaak is. Ons bedachte zelfbeeld kan zich ontpoppen tot een ware dictator die ons de wet voorschrijft. Ooit ontstaan om ons diepste zelf te beschermen, verwordt ons ego tot een cipier die ons ware zelf uit wantrouwen klein en gevangen houdt.

Het ik of ego is een constructie van ons brein, maar onze ware natuur komt niet overeen met dat ik. Van het zelf, degene die ik ben, is mijn ware natuur de kern, de essentie. De essentie is het bewustzijn dat het zelf kan observeren. De essentie laat zich niet kennen door het brein, maar is een wereld op zich.

Onze natuurlijke staat van zijn kent vele benamingen. Sommigen noemen het de ziel, het atma, het ware zelf, je diepste zelf, je authentieke zelf, de bron, je kern of essentie.

Het probleem is dat zodra we onze ware natuur een naam geven, het dat niet meer is. Namen verwijzen ernaar, maar zijn het niet. Daarnaast roept elke naam die we bedenken direct een hele berg associaties op waarmee we voer geven aan het ego om dáár iets van te vinden. Op dat moment gaat het ergens anders over.

Het ego verwart de ware natuur met een personificatie: vaak het pure, gevoelige en kwetsbare kind, soms het vrije kind. Maar het ware zelf is geen persoontje of ikje, het is het bewustzijn dat het persoontje kan waarnemen.

Het ego dat alles wil vastgrijpen, beoordelen en in vorm gieten, kan er niet bij dat de essentie immaterieel is en niet in vorm te gieten. Het ego hakt de werkelijkheid graag in behapbare stukjes – maar je oorspronkelijke staat is grenzeloos en heel.

Het maakt niet uit hoe je het noemt en het maakt niet uit wat je erover gelooft. Wat uitmaakt is hoe jij het ervaart. Die ervaring is altijd persoonlijk. Voor mij is het een plek van diep weten en kennen, van kalmte en stilte, van vertrouwen, liefde en compassie. Het is ook een plek van inspiratie, levenskracht, creativiteit, passie en verlangen. Een mysterieuze bron van wijsheid en geluk. Deze biedt mij een ander soort veiligheid dan die van het ego; een diep innerlijk houvast.

Het is goed zo.
Je bent genoeg.
Je bent genoeg.

Je bent.
Dat is genoeg.

Niels Zwakhals
Uit: ‘Zij die werkelijk’


Spiritualiteit in de behandeling van een verslaving

Veel mensen hebben geleerd hun ware natuur te wantrouwen. Sommigen ontkennen het en anderen schamen zich te bekennen dat ze het kennen. Het ware zelf zou niet wetenschappelijk zijn; het zou niet bestaan omdat het niet vindbaar, niet traceerbaar is. Dat laatste klopt ook. Het bestaat uitsluitend als gevoel of ervaring. Een ervaring waarmee je kunt samenvallen.

In de intimiteit en veiligheid van de sessies in mijn praktijk, kan ik er moeiteloos mee werken met vrijwel al mijn cliënten: zij nemen een stap terug uit de identificatie met al hun gedachten en ideeën en dalen af in zichzelf, naar de rust, stilte en diepe wijsheid van het innerlijk weten. Deze persoonlijke en geheel subjectieve ervaring is zeer bevrijdend en helend.

Dit bekrachtigt voor mij het belang van een spirituele dimensie in een integrale behandeling van onder andere een verslaving of eetstoornis, gebaseerd op de waarneembare ervaring van een onaangetaste “plek” in jou, die je in essentie bent en waarmee je kunt samenvallen, waar oordelen geen grip op hebben en waar je al vrij bent. Deze staat van zijn is een innerlijke hulpbron voor herstel en genezing die voor iedereen toegankelijk is. Een essentiële sleutel voor heelwording.

Heelwording is de verbinding herstellen met wie je werkelijk bent. Er is niets stuk aan jou en in die zin valt er niets te herstellen. Wat we herstel noemen (recovery) is in wezen een ontdekkingsreis (discovery) van je ware natuur.

Natuurlijk,
je mag aan jezelf werken.
Liever worden.
Of zachter, avontuurlijker, eerlijker, vrijer,
meer oog voor de ander.
Dat mag.
Maar het hoeft niet.
Je bent genoeg.

Niels Zwakhals
Uit: ‘Zij die werkelijk’

 

PS: Het boek dat mij hielp ontdekken wie ik ben, is ‘De verslaving voorbij’ van Jan Geurtz. Mijn behandelvisie heeft veel aan zijn werk te danken.

Meer lezen over trauma, verslaving en wie je werkelijk bent? Een mooi interview met dr. Gabor Maté, arts en verslavingsexpert.

Vind je dit een waardevol blog? Lees wellicht ook Gevangen in jezelf of druk op een share-knop.

Deel dit blog op sociale media:

Facebook
Twitter
LinkedIn
Blijf op de hoogte

Voer je e-mailadres in om je in te schrijven op dit blog en e-mailmeldingen te ontvangen van nieuwe berichten.

Nieuwste blogs

praten over eetstoornis

In gesprek met mijn eetstoornis

Waarom voel ik me zo ongemakkelijk als gesprekken over eetstoornissen zich concentreren op extreem eetgedrag, gewicht of lichaamsbeeld? Om hier achter te komen, vroeg ik

Symbiosetrauma

Symbiosetrauma: liefde met littekens

Vandaag precies 75 jaar geleden leidde een tragisch ongeluk tot een complexe traumareeks die ten minste drie generaties heeft beïnvloed. Dit is het verhaal van