Zelfbeschadiging

Jezelf pijn doen

Zelfbeschadiging of zelfdestructief gedrag roept angst en oordeel op, ook vanbinnen. Het lijkt iets wat je jezelf aandoet, maar wie is dat zelf dat beschadigt, en op welk zelf is het gericht? Minder zichtbaar is wat er op dat moment wordt beschermd, en de context waaruit dit gedrag ontstaat. Vaak speelt daarbij naar binnen geslagen woede.

De kerstdagen zijn voorbij, oud en nieuw nadert. Als ik jaren terugga in de tijd vind ik mezelf in deze periode terug in verschillende vormen van zelfbeschadiging. Drinken, om de feestdagen te verdragen, eetbuien gevolgd door braken, steevast vergezeld van zelfafwijzing, harde innerlijke kritiek en een constante waas van sigarettenrook. Tijdens de feestdagen leefde ik in een staat van oorlog. Mijn verzet richtte zich op mijn familie, op hun verwachtingen, op de mijne, en vooral op mijzelf en alles wat ik was geworden. Zelden stond ik stil bij de vraag hoe ik deze dagen zelf wilde beleven, of bij wat ik überhaupt met mijn leven wilde. Verbinding was er niet. Met anderen niet en met mezelf al helemaal niet.

Waarom deed ik mezelf dat aan?

Die vraag stelde ik mezelf voortdurend, meestal vanuit een houding waarin ik mezelf al schuldig had verklaard. Mijn cliënten en hun naasten stellen dezelfde vraag zonder een sluitend antwoord te vinden. Misschien is het ook niet de juiste vraag. Een andere brengt meer helderheid: hoe hielp ik mezelf met dit gedrag? Zelfbeschadiging wordt vaak gezien als iets destructiefs. In werkelijkheid vervult het een functie. Alcohol, eetbuien, braken, jezelf snijden of branden, meedogenloze innerlijke kritiek, terugkerende suïcidale gedachten: het zijn verschillende pogingen om te overleven.

Je wanhoop of machteloosheid wegeten of wegslikken. Heel even voelen dat je leeft wanneer alles vanbinnen doods voelt. Iets van contact met jezelf behouden wanneer je geest zich ver buiten je lichaam bevindt. Controle uitoefenen waar die ooit ontbrak, of nog steeds ontbreekt. Jezelf een kortdurend, kunstmatig goed gevoel geven omdat je niet weet hoe je dat anders kunt doen. Jezelf pijn doen omdat de pijn anders nergens heen kan. Jezelf afwijzen voordat een ander dat doet.

Soms is alcohol- of drugsgebruik een manier om te voorkomen dat suïcidale gedachten de overhand krijgen. Soms zijn suïcidale gedachten zelf een manier om onmacht of radeloosheid te hanteren. En soms verschijnt zelfdoding als laatste poging om aan ondraaglijke pijn te ontsnappen wanneer je geen andere uitweg meer ziet.

Beschadigend gedrag heeft een functie, maar is niet onschuldig

Het lichaam raakt beschadigd, je bent onveilig voor jezelf, je dagelijks functioneren brokkelt af, soms zo ver dat de omgeving moet ingrijpen. Dat alles is werkelijk en pijnlijk. Tegelijk is het belangrijk te erkennen hoe iemand zich met dit gedrag overeind houdt, hoe er iets beschermd blijft tegen (nog ergere) pijn, of tegen iets of iemand anders dat anders alles zou overnemen.

Wat met zulk extreem gedrag beschermd wordt is dan ook zelden het lichaam of het dagelijks functioneren. Het gaat om iets diepers en wezenlijks dat niet opnieuw bedreigd, overgenomen of overschreden mag worden. Verderop kom ik hierop terug. De prijs voor deze vorm van zelfbescherming is hoog, soms ondraaglijk hoog. Maar voor het innerlijke systeem is dit op dat moment de best beschikbare optie.

Wie zichzelf beschermt door zichzelf te beschadigen is slachtoffer en dader tegelijk. Er ontstaat innerlijk daderschap: iemand doet een deel van zichzelf iets aan. Het lichaam wordt ingezet als middel en als offer. Niet met kwade bedoelingen, maar dat maakt het geweld niet minder. Het lichaam ervaart geen intenties, alleen wat er gebeurt. Wat het extra pijnlijk maakt is dat degene die beschermt ook degene is die verwondt.

Door jezelf beschadigd worden is anders dan door een ander. Het is intiemer, eenzamer vaak ook. Het kan voelen alsof je meer controle hebt, maar die controle is beperkt. Je kunt niet weg, want je kunt jezelf niet verlaten. Er is geen plek buiten jezelf waar je tijdelijk kunt schuilen. Innerlijk daderschap roept onbegrip op bij de omgeving en wekt vanbinnen schaamte over wie je bent geworden. Schaamte maakt dat je je terugtrekt uit contact en steeds verder naar binnen verdwijnt, in een al sterk vernauwde binnenwereld.

Wie beschadigt wat vanbinnen?

Om hier verder naar te kunnen kijken is een onderscheid nodig. Tussen de persoon als geheel, de verschillende delen van de persoonlijkheid, en het Zelf als wezenlijke kern. Met delen bedoel ik alle verschillende manieren waarop iemand zich heeft leren verhouden tot de wereld en zichzelf: beschermend, controlerend, kritisch, teruggetrokken, aangepast, beschadigend, gekwetst. Delen hebben, net als mensen, een geschiedenis en een functie. Ze kunnen verschillende leeftijden hebben, afhankelijk van of ze met je zijn meegegroeid of zijn blijven steken in het verleden. Het Zelf is geen deel, maar verwijst naar iets blijvends: naar authenticiteit, naar een kern die weet, voelt en aanwezig kan zijn wanneer die niet wordt overgenomen.

Wie zichzelf beschadigt richt zich noodgedwongen op delen van de eigen persoonlijkheid, soms zelfs op de persoon als geheel, om iets essentieels te bewaken dat gevaar loopt: het authentieke Zelf. Dat gedrag kan delen en het lichaam verwonden en uitputten. In die poging om die wezenlijke kern intact te houden kan uiteindelijk zelfs het leven worden opgeofferd.

Innerlijk daderschap speelt zich dan ook af tussen delen

Een bekend voorbeeld is de innerlijke criticus. Dit deel wordt vaak ervaren als een kritische of boze stem. Als je goed luistert, merk je dat deze zich richt op een ander deel dat als zwak, lastig of gevaarlijk wordt gezien. Vaak gaat het om een kwetsbaar deel: een deel dat bang is, iets nodig heeft, of zichtbaar dreigt te worden. Soms richt de kritiek zich juist op een ander beschermend deel, dat grenzen stelt of protesteert en daarmee als riskant wordt ervaren. De criticus richt zich ook op delen die hun toevlucht nemen tot verslavend gedrag, omdat dat schaamte oproept of de controle dreigt te ondermijnen.

Zo ontstaat een interne dynamiek waarin het ene deel het andere corrigeert, onder druk zet of probeert stil te krijgen. Niet uit kwaadwilligheid, maar vanuit de overtuiging dat dit nodig is om erger te voorkomen. Dat ene deel neemt het op zich om de schade te beperken, ook wanneer dat betekent dat een ander deel wordt beschadigd.

Voor mijzelf was het inzicht dat degene die beschadigt een deel is, en niet het Zelf of ikzelf als hele persoon, van doorslaggevend belang. Het maakte een einde aan de spiraal van zelfbeschuldiging. Vanuit dat besef verandert je verhouding tot wat er gebeurt. Je krijgt te maken met deze delen. Ja, je draagt er verantwoordelijkheid voor, maar je bént ze niet. Dat onderscheid opent ruimte. Het kan je hart openen voor je eigen delen en voorkomen dat je jezelf verder tegenwerkt vanbinnen.

Hoe ontstaat innerlijk daderschap en zelfbeschadigend gedrag?

Vaak begint het vroeg, in relatie tot een ander. Iemand die zich als dader opstelde, of zo werd ervaren. Iemand met macht, die grenzen overschreed, je klein maakte, onveilig was. Niet zelden iemand die je had moeten beschermen. Als je daarin niet geholpen werd, blijft de pijn – de dreiging, je angst, boosheid, eenzaamheid – onverteerd. En het verdwijnt niet als je ouder wordt en ook niet wanneer de relatie later verandert of eindigt. Het verplaatst zich naar binnen.

Innerlijke kritische stemmen en innerlijke dader-delen zijn in die zin vaak verinnerlijkingen. Woorden, houdingen en daden van degene die jou pijn deed, zijn in jou opgenomen en onderdeel geworden van je binnenwereld. Niet omdat ze waar zijn, maar omdat ze ooit hielpen inschatten wat veilig was, wat gevaarlijk, en hoe je je moest gedragen om te blijven bestaan. Die stemmen zijn gaan waarschuwen en bekritiseren om je gedrag te sturen en je zo goed mogelijk veilig te houden in een onveilige context. Ze klinken vertrouwd, maar zijn niet oorspronkelijk van jou.

Maar daarmee is niet alles gezegd. De emotionele lading achter die stemmen is nu wél van jezelf. Het is je ingeslikte boosheid, je woede, je protest. Energie die bedoeld was om iets te stoppen, om een grens te trekken, om te zeggen: dit klopt niet! Als jong kind kon die boosheid geen kant op. Omdat de woorden ontbraken, omdat het de situatie zou verergeren, of omdat de relatie met degene van wie je afhankelijk was op het spel stond. Dus zie je als kind niet het gedrag van de ander als fout, maar jezelf. Je maakt jezelf slecht. Je neemt de schuld op je, omdat dat veiliger is dan de ander verliezen.

Je boosheid slaat naar binnen en blijft daar rondrazen, gekleurd door de woorden van de beschadigende ander. Zo ontstaat een innerlijke dynamiek waarin twee delen samenkomen: een deel dat woedend is en een deel dat zich slecht of schuldig voelt en zich schaamt. Protest verandert in zelfverwijt. Woede krijgt geen adres en keert zich tegen het eigen lichaam, het eigen functioneren, de eigen waarde. Innerlijke kritiek wordt ingezet om authentieke boosheid op de ander in toom te houden. Hier ontstaat innerlijk daderschap.

Hoe houd je dit innerlijke geweld vol?

Alcohol kan de spanning dempen van woede die nergens heen mag. Eetbuien kunnen verdoven. Jezelf onthouden van voeding kan een vorm van straf zijn, maar ook een manier om je protest vorm te geven. Drugs kunnen ingehouden woede ontladen of functioneren als een daad van rebellie tegen een dader. Soms is middelengebruik een manier om erger te voorkomen. Verslavend gedrag laat zich zo begrijpen als meer dan zelfbeschadiging of verlangen naar verdoving; het is ook een poging om een interne oorlog beheersbaar te houden wanneer andere middelen ontbreken.

Zelfbeschadiging vraagt om een dubbele erkenning. Als bescherming, omdat het iets intact houdt wat anders dreigt te verdwijnen. En als geweld dat naar binnen is geslagen, met reële schade aan lichaam en leven, en een oorsprong vaak buiten de persoon zelf. Beide waarheden tegelijk toelaten is ongemakkelijk. Maar misschien is het wel daar dat iets kan verschuiven. Niet om het gedrag goed te praten, maar om verantwoordelijkheid te nemen zonder jezelf tot dader te maken.

Verder lezen?

Werken met je innerlijke delen?

  • Je hoeft niet langer tegen jezelf te vechten, en al helemaal niet in je eentje. Ga samen met anderen aan de slag met je innerlijke delen, zoals de innerlijke criticus, in de Craving Course (voor wie worstelt met een vorm van verslaving) of Wise Ones (bij langdurige eetstoornissen).

Sta jij naast iemand die zichzelf pijn doet?

Deel dit blog op sociale media:

Facebook
X
LinkedIn

Blijf op de hoogte

Voer je e-mailadres in om je in te schrijven op dit blog en e-mailmeldingen te ontvangen van nieuwe berichten.

Nieuwste blogs

Groepstherapie verslaving

Je bent niet alleen

Voor mij ligt de route naar emotionele vrijheid in verbinding. Verbinding met de verschillende delen van jezelf – ook de lastigste – en met dat

Emotionele verwaarlozing

Wat je niet kreeg

Emotionele verwaarlozing laat geen blauwe plekken achter, maar wel diepe sporen. Het is een voedingsbodem voor verslaving en andere manieren van overleven. Hoe troost je

Genieten na verslaving: hoe dan?

Je bent gestopt met je verslaving. Een enorme stap. Maar wat nu? Hoe leer je opnieuw genieten zonder verdoving, zonder de kicks of de kunstmatige