Search
Close this search box.
Angst om te stoppen

De moed om vrij te zijn

Angst om te stoppen of angst om te beginnen. Bang om een vertrouwd stukje van jezelf te verliezen of om een nieuwe kant van jezelf te ontdekken. Het is maar hoe je het bekijkt. Iedereen met een ongewenste gewoonte of verslaving komt hem tegen: de angst om het oude vertrouwde pad te verlaten en een nieuwe, onbekende richting in te slaan.

De angst om te stoppen met een verslaving heeft twee gezichten. Aan de ene kant is er de angst dat het niet gaat lukken. Je kunt het faalangst noemen, maar in essentie ben je bang voor je eigen oordeel, wat jij dan van jezelf zult vinden. Of wat anderen ervan vinden, maar dat komt uiteindelijk op hetzelfde neer: zul jij er dan nog wel mogen zijn?

Daarnaast is er de angst dat het wél lukt en dat je leven dan een moeilijk, pijnlijk, leeg of zinloos bestaan zal zijn. Dit is eigenlijk ook angst voor het gevoel dat jij dan over jezelf zult hebben; dat jij alleen (zonder jouw middel of gewoonte) niet genoeg bent, dat je ‘het’ niet in je hebt om het leven te leven op een bevredigende manier. Als je nog een laagje dieper zakt, zul je misschien ervaren dat het een existentiële angst is, of jij dan nog wel zult bestaan.


Zonder angst geen vrijheid

Als verslaving een gevangenis is, dan is stoppen met een verslaving vrijheid. Volgens de Deense filosoof Søren Kierkegaard is juist de confrontatie met de mogelijkheid van vrijheid voor veel mensen angstig.* Angst slaat op wat mogelijk is, maar er (nog) niet is. De mens is bang voor zijn eigen vrijheid, zijn eigen mogelijkheden. Kierkegaard zegt ook dat je zonder angst niet vrij kunt zijn: het is een noodzakelijke stap. Aan angst valt niet te ontkomen als je vrij wilt zijn.

Als hypnotherapeut tref ik vaak mensen die hopen dat hun gedrag vanzelf zal stoppen of veranderen door de therapie of wanneer ze inzicht hebben gekregen in de herkomst ervan. Dit is niet heel logisch. Immers, als gedrag inderdaad vanzelf verandert, dan heb je daar ook geen therapie voor nodig. Wat deze mensen eigenlijk willen maar niet (durven) bekennen, is veranderen zonder angst. En dát gaat niet, als je Kierkegaard mag geloven.


Verandering gaat vanzelf

Het goede nieuws is dat gedrag inderdaad vanzelf verandert. Je hoeft er helemaal niets voor te doen en je hebt er ook geen therapie voor nodig. Het kan natuurlijk wel heel fijn en helpend zijn om therapie te krijgen, al was het maar opdat je wat meer open gaat staan voor de mogelijkheid dat je vanzelf verandert. Ik probeer mensen te helpen accepteren dat het leven gaat zoals het gaat en inzien dat ons verzet daartegen juist maakt dat we vastlopen. Ik help mensen om hun verzet tegen verandering te staken. Dit is heus een hele opgave, want we zijn massaal verslaafd aan streven, vechten, controleren en onszelf vernieuwen, verbeteren en beheersen…

Het verzet opgeven betekent wat mij betreft niet dat je helemaal niks meer doet en languit achteruit gaat liggen (met je telefoon, Netflix of porno, een zak chips en een fles drank). Moedwillig niets doen is namelijk ook iets doen. Voor mij betekent het dat je je niet langer verzet tegen ‘dat wat wil gebeuren’, door jou heen.


The right thing to do

Hoe weet je nou wat ‘wil gebeuren’? Het antwoord op deze vraag is niet moeilijk: ga zitten, wees stil, keer naar binnen en vraag het letterlijk en oprecht aan je diepste zelf. Dan krijg je het antwoord. Diep van binnen wéét je het wel. Dat wat wil gebeuren, is dat wat bijdraagt aan jouw geluk op de lange termijn en wat tot heilzame resultaten leidt. Het is dat waarvan je weet dat het the right thing to do is.

Ik help mensen om contact te maken met hun innerlijke stem of wijsheid. Ik help ze daarnaast om de drijfveren van hun gedrag te ontdekken. Gewoontes, eetproblemen en verslavingen zijn vormen van coping: ze helpen ons omgaan met de soms pijnlijke realiteit. De een zet ze in om te vluchten, de ander om te verdoven, en een derde creëert er een prettig gevoel mee. Allemaal zijn het strategieën om niet te zijn met wat er is, om niet in het hier en nu te zijn. Als je niet helemaal aanwezig kunt zijn in de realiteit, kun je je afvragen in hoeverre je werkelijk leeft.


Verzet

Ik hoop dat deze inzichten – in wie je bent en waarom je doet wat je doet – iemand een dusdanige boost geven dat diegene een destructieve gewoonte durft los te laten. Maar met inzichten alleen ben je nog niet verlost van je gedrag. Zelfs al wil het gedrag vanzelf worden losgelaten – en heus, dat wil het vaak wel – dan is er bijna altijd nog een ikje dat zich daartegen verzet.

Dat verzet is angst. Angst om iets los te laten dat jou lange tijd heeft vastgehouden. Angst om geen houvast meer te hebben. Angst voor pijn en leegte. Angst om niet genoeg te zijn. Om niet te bestaan. Angst om vrij te zijn.

Hoe ga je om met deze heftige angsten? Als je denkt dat Oprah Winfrey de koningin is van de motivational speeches dan heb je Nairobi in het vierde seizoen van La Casa de Papel nog niet gehoord. ‘Coge al miedo de la mano y a seguir viviendo’: Neem je angst bij de hand en leef. Want we moeten leven, tot het einde.


Met angst in gesprek

Letterlijk dat. Stel jezelf voor dat jouw angst een menselijke gedaante heeft. Hoe zou hij of zij er uitzien? Hoe oud is je angst? Volwassen? Een puber? Een kind? Maak het beeld maar helder. Verzet je er niet tegen, kijk het aan. Je kunt naar angst kijken, omdat jij je angst niet bent. Angst is een deel van jou. Je hebt meer delen, waaronder waarschijnlijk een deel dat wil stoppen, dat vrij wil zijn. Je hebt deze delen, maar je bent ze niet. Daarom kun je er een voorstelling van maken.

Waarom denk je dat je angst zo bang is? Je kunt dit hardop vragen als je wilt: ‘Waar maak je je zorgen over?’ Wil het je ergens voor beschermen? Is er ooit iets gebeurd? Probeer nieuwsgierig te zijn en geduldig. Vraag aan je angst: ‘Wat kan ik hier en nu doen opdat jij iets minder bang bent of je iets beter voelt?’ Luister naar de antwoorden die van binnenuit komen.

Wat zou bijvoorbeeld liefdevoller zijn: in één keer stoppen of langzaam ontwennen? In één keer de sprong wagen, of met kleine stapjes klauteren. In je eentje of met hulp? Het is allemaal goed, zolang je maar goed luistert. Ook als je nog even wilt wachten, is dat goed. Maar wees wel eerlijk en wijs: helpt het uitstellen je echt om later minder bang te zijn?

Hoe voel jij je nu over je angst? Kun je het al een beetje toelaten? Er iets van begrip voor opbrengen? Of misschien zelfs mildheid? Voel maar even, maar het is ook goed als het nog niet lukt. Wat voel je eigenlijk in je lijf nu je kijkt naar je angst?


Het geheim van vrijheid

Wat hebben bange mensen nodig? Misschien denk je nu: geruststelling. Het probleem met geruststelling is alleen dat het maar kort werkt. Daarna is er weer nieuwe angst. Soms helpt het dat iemand ze eraan herinnert waarom ze iets spannends wilden doen. Waarom wilde je ook al weer zo graag parachutespringen?

Wat sowieso nodig is, is moed. De oud-Griekse legeraanvoerder Thucydides schreef het al: ‘Het geheim van geluk is vrijheid en het geheim van vrijheid is moed.’ We moeten de moed opbrengen om ons over te geven aan het onbekende.

Een innerlijke drijfveer en moed helpen om te springen en vertrouwen biedt je een duwtje in de rug. Vertrouwen in de toekomst kan lastig zijn, omdat je niet weet wat deze je gaat brengen. Kun je vertrouwen in jezelf? Of in het leven? Of misschien vertrouw je even op een ander. Ook zonder vertrouwen kun je prima springen. Zelfvertrouwen zal sowieso groeien als gevolg van je moedige acties.

Als je wilt, pak je de hand van angst nu vast en geef je angst wat het nodig heeft.


Stoppen met stoppen

Wellicht helpt het ook om je taal aan te passen. Persoonlijk heb ik een hekel aan het woord stoppen. Ten eerste omdat stoppen me niet motiveert en ten tweede omdat ik niet begrijp waarom het zo lang moet duren.

Neem nu deze maand: ‘stoptober’. Hoezo moet je een maand lang bezig zijn met stoppen? Als je eenmaal gestopt bent, dan ben je het toch al? Eigenlijk hoef je überhaupt niet te stoppen, maar gaat het erom dat je de eerste niet neemt, of opsteekt, of doet. Je kunt besluiten dat je nu al gestopt bent. Je kunt besluiten dat je vanaf nu niet meer verslaafd bent. Dat je al een ex-roker, ex-drinker of ex-wat dan ook bent. Je kunt nu besluiten dat je al vrij bent. En klaar ben je.

Je kunt ook besluiten dat je het jezelf heel erg moeilijk gaat maken. Dat je het niet gaat doen, maar een poging gaat wagen bijvoorbeeld. Of dat je eerst veel gaat twijfelen en nadenken en tot rust komen en plannen maken en wachten tot de omstandigheden ideaal zijn en therapie gaat volgen. En weet je, dat is ook okay! Het is wat de meeste mensen doen en waar ik mijn geld mee verdien. Ik help je echt met heel veel liefde om vriendschap te sluiten met je angst en om keuzes te maken waar jij gelukkig van wordt.


Genoeg

Maar probeer wel verantwoordelijkheid te nemen voor je keuzes. Geef die macht niet uit handen. Laat jezelf niet slachtofferen. Als je bewust blijft, dan kun je ervaren dat je een keuze hebt. Als je ervaart dat je iets te kiezen hebt, dan kun je een bewust besluit nemen.

De kern van een verslaving is het idee dat je niet genoeg bent. Stoppen met verslaafd zijn is het besluit nemen dat het genoeg is en dat jij genoeg bent. Genoeg is genoeg. Jij bent genoeg.

Heel simpel: het is genoeg. Genoeg is een opening naar een nieuw pad, naar een vrij leven. Of gewoonweg: naar leven. Wat zou mogelijk worden als je hier en nu zou besluiten dat wat er is genoeg is, en dat jij genoeg bent?

* Het stukje over Kierkegaard komt uit Emotieregulatie als basis van het menselijk bestaan, van psychotherapeute Nelleke Nicolai.


Benieuwd wat stoppen met een verslaving mij heeft opgeleverd? Lees het in Onverdoofd is mijn superpower

Deel dit blog op sociale media:

Facebook
X
LinkedIn

Blijf op de hoogte

Voer je e-mailadres in om je in te schrijven op dit blog en e-mailmeldingen te ontvangen van nieuwe berichten.

Nieuwste blogs

praten over eetstoornis

In gesprek met mijn eetstoornis

Waarom voel ik me zo ongemakkelijk als gesprekken over eetstoornissen zich concentreren op extreem eetgedrag, gewicht of lichaamsbeeld? Om hier achter te komen, vroeg ik