Naast iemand met verslaving

Naast iemand met een verslaving

Wie mijn blog volgt, weet dat ik zelf ervaring heb met verslaving en een eetstoornis. Wat ik minder vaak heb gedeeld is dat ik ook naaste ben geweest van dierbaren met verslavingsproblemen. Vanuit die ervaringen schrijf ik dit blog over de patronen tussen mensen met een verslaving en hun naasten, en hoe er ruimte kan komen voor meer keuze en vrijheid.

Verslaving is een familieziekte. Niet alleen omdat familieleden bij een verslavingsprobleem betrokken raken, ook omdat verslaving vaak van generatie op generatie wordt doorgegeven. Naast genetische factoren speelt vooral de omgeving een grote rol. Kinderen nemen gedrag van hun ouders over, simpelweg omdat ze hun voorbeeld volgen. Er is nog een andere vorm van erfelijkheid: die van intergenerationeel trauma. Die term verwijst naar onverwerkte pijn of tekorten die niet konden worden gedragen door de generaties vóór ons en die onbewust worden doorgegeven aan de volgende. Dat zie ik ook in mijn eigen familie terug.

Opgroeien in een web van pijn

Als kind groeide ik op met volwassenen die niet op een gezonde manier met hun emoties en problemen konden omgaan. Dat hadden zij zelf ook nooit geleerd van hún ouders. Er was geen sprake van schuld, maar van onvermogen.

In de generaties van mijn ouders en grootouders lag veel verliestrauma. Er waren kinderen overleden, om wie niet gerouwd kon worden. Ook waren er ongelukken en periodes van ziekte waardoor gezondheid verloren ging en blijvende beperkingen ontstonden. Daarnaast gingen mogelijkheden verloren: dromen kwamen niet uit, toekomsten konden niet geleefd worden. Aan mijn vaders kant speelde het verhaal van grote intelligentie die niet tot bloei kon komen, omdat financiële zorgen en verantwoordelijkheid voor de familie zwaarder wogen. Dat ging samen met een diep gevoel van anders-zijn, het niet gezien of begrepen worden in wie je werkelijk bent en de zinloosheid die daaruit kan ontstaan.

In mijn familie werd pijn weggemaakt, afgereageerd of uitgeleefd. Dat gebeurde op allerlei manieren: er werd gedronken, gerookt, te veel gegeten, eindeloos gewerkt, strikt gecontroleerd, of naar medicatie gegrepen. En als ook dat geen uitkomst bood of uit de hand liep, kwamen de spanningen naar buiten in de vorm van boosheid, verdriet en conflicten, met eilandjes en bondjes binnen de familie.

Mateloosheid liep overal doorheen. Als kind wist ik niet wat verslaving was. De spanningen in huis waren wel heel voelbaar: de ruzies, het zwijgen, de afstand, de somberte die vaak in de lucht hing. Het was te veel van wat pijn deed en te weinig van wat nodig was.

De rol die ik innam

Voor mij betekende dit dat ik als kind onbewust een zorgende rol op me nam. Ik voelde de onderliggende pijn bij mijn ouders en bij mijn grootmoeder, die mij mede opvoedde, en probeerde die te verzachten door lief te zijn, me aan te passen, mijn best te doen, te vlijen en te bemiddelen.

Maar hoezeer ik ook mijn best deed, veilig werd het er voor mij niet door. Naarmate ik ouder werd, begon ik me te verzetten. Dat bracht nieuwe confrontaties met zich mee: uitbarstingen en controleverlies, angst en schrik, hevige ruzies en lange stiltes achteraf. Mijn machteloosheid en groeiende wanhoop maakten dat er steeds nieuwe overlevingsdelen in mij actief werden. Eerst de zorgende kant die de boel bij elkaar probeerde te houden, en later een kant die zich afzette, boos de middelvinger opstak, de chaos achter zich liet en vertrok naar het buitenland om daar een eigen leven te beginnen. Tegen die tijd was ik zelf al verstrikt geraakt in risicovol gedrag en mateloosheid.

Relaties als spiegel

Deze patronen herhaalden zich later in mijn liefdesrelaties. In die tijd kon ik dat zelf niet zien, omdat ik beladen was met mijn eigen rugzak vol onverwerkte emoties en ondertussen worstelde met eten en alcohol. Ik voelde me vooral schuldig en tekortschietend. Daardoor had ik niet door dat ik steeds weer naast partners belandde die, ieder op hun eigen manier, ook vastzaten in verslaving en het onvermogen om echt te voelen en te verbinden.

In die relaties reageerde ik met controle en beschuldigingen; ik maakte de ander verantwoordelijk voor mijn geluk en als dat niet kwam, vluchtte ik weg. Soms kwam ook de oude zorgreflex terug. Eén ervaring staat me nog helder bij: ik zei tegen een vriendin dat ik er vrede mee had om mijn hele leven te zorgen voor een man op wie ik hevig verliefd was, maar die uitermate slecht in zijn vel zat en het leven niet zag zitten. Ik was bereid mezelf op te offeren en dacht dat dit liefde was, maar in werkelijkheid verloor ik mezelf.

Pas achteraf kon ik zien dat dit een herhaling was van mijn jeugd. Nadat ik was gestopt met mezelf verdoven werd me ook duidelijk dat deze dynamiek nooit tot werkelijke verbinding leidt.

Polariteiten die elkaar vasthouden

Wanneer de een wegduikt in verdoving of passiviteit, reageert de ander vaak door te gaan ‘managen’: zorgen, controleren, bekritiseren of proberen te redden. Hoe harder de een managet, hoe meer de ander tegengas geeft: vluchten, ontwijken, op de rem trappen. Soms keert het zich ook om. Wanneer iemand uit machteloosheid zegt “ik trek mijn handen van je af”, kan dat in de ander een deel triggeren dat roept “zie je wel, ik sta er alleen voor”. Zo houden naasten elkaar gevangen, zonder dat ze het willen, in een dynamiek die zichzelf in stand houdt.


In de taal van Internal Family Systems (IFS) noemen we dit polariteiten: innerlijke delen die tegenover elkaar komen te staan en elkaar versterken. Daaronder ligt meestal iets dat vermeden wordt: oud zeer of kwetsbaarheid. IFS gaat ervan uit dat iedereen zulke innerlijke delen heeft, die op hun eigen manier proberen te beschermen. Het deel dat verdooft of zich afsluit wil pijn niet voelen; het deel dat redt of controleert probeert de situatie veilig te houden en de eigen machteloosheid niet toe te laten.

IFS laat zien dat dit geen kwestie is van schuld of verkeerde keuzes. Het zijn beschermingsstrategieën die beide iets goeds proberen te doen, maar samen verstrikt raken in een dans van polariteiten die niemand helpt en echte verbinding belemmert.

Voorbeelden uit de praktijk

Neem een man die naar alcohol grijpt en zich steeds verder afsluit van zijn partner. Die partner ervaart groeiende angst en machteloosheid en reageert met controle: hij telt de gedronken glazen, probeert afspraken te maken over gebruik en dreigt met consequenties. Hoe sterker hij de situatie probeert te beheersen, hoe meer de ander zijn gedrag ontkent of verbergt. Dat vergroot de angst en boosheid van de eerste partner, waardoor zijn drang tot controleren nog sterker wordt, terwijl bij de ander de behoefte om te ontsnappen alleen maar verder toeneemt.

Of denk aan een moeder die machteloos toekijkt hoe haar volwassen zoon steeds verder verstrikt raakt in drugsgebruik. Haar reddende deel neemt het voortouw: ze belt hulpinstanties, regelt afspraken voor intakes, kookt voedzame maaltijden, geeft geld om rekeningen te betalen. Haar zoon raakt hierdoor in een afhankelijke rol en gaat zelf geloven dat hij het niet kan. Tegelijk komt die steun een ander deel van hem ook goed uit. Hij toont zich dankbaar en belooft beterschap, waardoor zijn moeder blijft zorgen. Ook hier versterken de polen elkaar.

Hoe het verleden doorwerkt

Zelf herken ik dit patroon soms in mijn werk met jonge cliënten. Wanneer ik hun wanhoop voel, komt in mij de neiging op om harder te willen helpen dan goed is. Vanuit liefde, maar ook vanuit mijn eigen oude pijn. Ook bij de partner en de moeder in de voorbeelden hierboven werkte het verleden door in het heden. De man had zelf een vader die verslaafd was aan alcohol, en de moeder had als kind de verantwoordelijkheid gedragen voor haar zusjes en haar zieke moeder.

Zolang de dynamiek tussen de polen blijft spelen, slokt die alle energie op. Je raakt zo niet alleen de verbinding met de ander kwijt, maar ook met jezelf. De beschermende delen blijven rond de pijn cirkelen, zonder er ooit echt bij te komen. Voor verbinding is juist nodig dat we kwetsbaar worden en de pijn stukje bij beetje toelaten.

De mogelijkheid van een middenweg

Wat IFS duidelijk maakt, is dat het niet gaat om het corrigeren of onderdrukken van deze delen, maar juist om ze te leren kennen en begrijpen. De redder, de controleur en de vermijder hebben allemaal een beschermende intentie. Wanneer de delen met mildheid benaderd worden, ontstaat er ruimte om te onderzoeken wélke pijn ze eigenlijk dragen of afdekken. Vaak gaat het niet alleen om de situatie van nu, maar ook om oude ervaringen die nog steeds doorwerken.

Tegelijkertijd komt er ruimte om vanuit een andere plek in jezelf te reageren. In IFS noemen we die plek ‘het Zelf’. Het Zelf is geen deel, maar je kern, die al heel is. Vanuit het Zelf wordt de middenweg zichtbaar. Voor mij betekent dat dat ik dichtbij een naaste kan blijven zonder mezelf te verliezen. Dat ik kan zeggen: “Ik ben er voor je en tegelijk bewaak ik mijn eigen grenzen.” Ik hoef de pijn van de ander niet over te nemen en ik hoef me er ook niet voor af te sluiten. Soms is het nodig om meer afstand te nemen, omdat het niet anders kan of omdat mijn eigen welzijn vooropstaat. Ook dan helpt de energie van het Zelf mij om innerlijk open te blijven, zonder mijn hart te verharden naar de ander noch mijzelf.

Weekend voor naasten

Misschien roept dit herkenning op. Mogelijk denk je aan iemand in je omgeving. In november organiseer ik een weekend speciaal voor naasten van mensen met een verslavingsprobleem. Twee dagen lang onderzoeken we hoe polariteiten werken in de dynamiek tussen dierbaren en hoe er ruimte kan ontstaan om uit die vaste rollen te stappen. Er is gelegenheid om ervaringen te delen en herkenning te vinden bij anderen. Alleen dat kan al een enorme opluchting geven. Daarnaast creëren we een veilige bedding om ook kwetsbaarheid en pijn er te laten zijn.

We werken met IFS en met opstellingen en er is ook tijd voor ontspanning. Even weg uit de zorgen en ervaren hoe het is om op een andere manier aanwezig te zijn. Niet de verslaving staat centraal, maar de mens ernaast: gevoelens, ervaringen, verlangens en de zoektocht naar verbinding.

Meer informatie vind je op deze pagina. Ik hoop dat dit weekend steun en ruimte kan bieden. 

Leestips voor naasten bij verslaving:

  • Anja Douwes, Naast & bij verslaving: Anja Douwes is moeder van een zoon met een verslavingsprobleem. In dit boek beschrijft ze haar ervaringen als naaste en deelt ze wat haar heeft geholpen om overeind te blijven.
  • Constant Mouton, Roadmap to Family Recovery (Engels): Constant Mouton is psychiater bij Castle Craig Nederland en familie-interventionist. In dit boek geeft hij handvatten hoe families verslaving beter kunnen begrijpen, grenzen kunnen stellen en met meer compassie met elkaar kunnen omgaan.
  • Griet Op de Beeck, Het wordt beter: In dit indringende boek vertelt Griet Op de Beeck over haar jeugd met een vader die verslaafd was. Ze schrijft over de pijn die dit met zich meebracht en hoe ze met behulp van IFS haar trauma’s en onverwerkte emoties verwerkte.
  • Richard C. Schwartz, Moedige liefde: Richard Schwartz, de grondlegger van IFS, laat in dit boek zien hoe je relatieproblemen kunt benaderen vanuit moedige liefde. Je leert een gezonde dialoog te voeren met je eigen delen én met je partner.


Nog net op tijd om je inschrijven voor:

  • De Craving Course (start 13 september), een traject voor iedereen die worstelt met een hardnekkige, ongewenste gewoonte.

  • Wise Ones (start 15 oktober), een kortdurend traject dat speciaal steun biedt bij langdurige eetstoornissen.

  • Leergang voor professionals (start 6 oktober), voor hulpverleners die zich willen verdiepen in IFS en systemisch werken rond verslaving en eetproblemen.

Deel dit blog op sociale media:

Facebook
X
LinkedIn

Blijf op de hoogte

Voer je e-mailadres in om je in te schrijven op dit blog en e-mailmeldingen te ontvangen van nieuwe berichten.

Nieuwste blogs

Groepstherapie verslaving

Je bent niet alleen

Voor mij ligt de route naar emotionele vrijheid in verbinding. Verbinding met de verschillende delen van jezelf – ook de lastigste – en met dat

Emotionele verwaarlozing

Wat je niet kreeg

Emotionele verwaarlozing laat geen blauwe plekken achter, maar wel diepe sporen. Het is een voedingsbodem voor verslaving en andere manieren van overleven. Hoe troost je

Genieten na verslaving: hoe dan?

Je bent gestopt met je verslaving. Een enorme stap. Maar wat nu? Hoe leer je opnieuw genieten zonder verdoving, zonder de kicks of de kunstmatige

Ben ik een workaholic?

Zo aan het einde van het jaar wil ik je meenemen in mijn zelfonderzoek, waar ik het afgelopen jaar druk mee was: ben ik werkverslaafd?